Aangepast bestemmingsplan bouwmarkten: terreinafscheidingen en stellingen mogen hoger, totale brutovloeroppervlakte wordt kleiner
Na toepassing van de bestuurlijke lus past de gemeenteraad de maximaal toegestane oppervlakte aan bouwmarkten en tuincentra en de bouwhoogte voor terreinafscheidingen en stellingen aan. Appellanten richten hiertegen geen zienswijzen, zodat het beroep van rechtswege ongegrond is.
Artikelen: 3:2, 6:19, 8:51a Awb; 3.1 Wro
Appellanten hebben bezwaar tegen de vaststelling van een bestemmingsplan van 29 april 2015. Punten van kritiek zijn de maximaal toegestane oppervlakte aan bouwmarkten en tuincentra (appellant 2) en de te beperkt geachte bouwhoogte voor stellingen en terreinafscheidingen (Hornbach). Zij hebben daarom beroep ingesteld bij de Afdeling.
De Afdeling heeft in een tussenuitspraak van 18 mei 2016 geoordeeld dat de maximaal toegestane oppervlakte aan bouwmarkten en tuincentra onvoldoende zorgvuldig was gemotiveerd. Verder achtte de Afdeling het niet toestaan van een bouwhoogte voorterreinafscheidingen van 4m en een bouwhoogte voor stellingen van 5m in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. De Afdeling stuurde de gemeenteraad terug naar de tekentafel door toepassing van de bestuurlijke lus.
Op 28 september 2016 paste de gemeenteraad zijn besluitvorming aan. Hij bepaalt de maximaal toegestane oppervlakte aan bouwmarkten en tuincentra op 30.900m2, in plaats van 35.000m2. Voorts bepaalt hij dat de bouwhoogte van terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 4m en van stellingen niet meer dan 5m.
Appellant 2 heeft daartegen geen zienswijze ingebracht en Hornbach heeft in een zienswijze aangegeven dat zij zich met het besluit van 28 september 2016 kan verenigen.
Afdeling
Het besluit van 28 september 2016 komt niet geheel tegemoet aan de bezwaren van appellant 2. Daarom is sprake van een beroep van rechtswege (artikel 6:19 Awb). Nu appellant 2 geen zienswijze heeft gericht tegen het besluit van 28 september 2016, is het beroep van rechtswege ongegrond.
Het besluit van 28 september 2016 komt wel geheel tegemoet aan de bezwaren van Hornbach, zodat hier geen beroep van rechtswege ontstaat.
Het beroep tegen de vaststelling van 29 april 2015 is gegrond en dat besluit wordt vernietigd voor zover het de maximaal toegestane oppervlakte aan bouwmarkten en tuincentra en de bouwhoogte voor terreinafscheidingen en stellingen betreft. Het beroep van rechtswege tegen het besluit van 28 september 2016 is ongegrond. De gemeenteraad dient de proceskosten en griffierechten te voldoen.
Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.
T: + 31(0)10 277 03 00