Afstand recreatiewoning 1 tot woning 3 beïnvloedt niet afstand woning 1 tot woning 2
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 29 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3282
Vergunningverlening voor recreatiewoning te Norg tegen wens buurman. De afstand tussen de woningen op locatie 1 en locatie 3 heeft geen invloed op de afstand tussen woning buurman en locatie 1. Minimale afstand tot perceelsgrens volgens bestemmingsplan wordt gehaald.
Artikelen: uitleg planregels bestemmingsplan, 2.1 Wabo, 3:2 en 3:46 Awb
Vergunningverlening voor de vervangende nieuwbouw van een recreatiewoning te Norg. College en rechtbank verklaren bezwaar, respectievelijk beroep ongegrond. Appellant, eigenaar van een nabij gelegen recreatiewoning, stelt hoger beroep in. Hij is van mening dat de afstand tussen zijn woning en de vergunde woning minder bedraagt dan de bestemmingsplantechnische afstand van 25 m. Tevens zou niet zijn voldaan aan de minimale afstand van 5 meter tot de perceelsgrens.
Afdeling
De Afdeling oordeelt dat de afstand tussen de woningen op locatie 1 en locatie 3 geen invloed heeft op de afstand tussen de woning van appellant en de woning op locatie 1. Het college heeft de afstand tussen die laatste woningen terecht bepaald op 18,67 m. Er is ook geen aanleiding te veronderstellen dat de minimale afstand van 5 m tot de perceelsgrens niet wordt behaald. Nu appellant niet heeft gesteld dat door de afstand van 18,67 m tussen zijn woning en de aangevraagde woning een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van zijn grond plaatsvindt, ziet de Afdeling geen reden voor gegrondverklaring van het hoger beroep.
Volgt ongegrondverklaring van het hoger beroep.
Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.
T: + 31(0)10 277 03 00