Bankiert mijn schuldenaar bij u?

Joshua de Vries  |  10 september 2024  |  Leestijd: ongeveer 3 minuten

Een schuldeiser die tegen een schuldenaar een toewijzend vonnis heeft verkregen, kan beslag bij de schuldenaar laten leggen. Dat kan bijvoorbeeld op de gelden die de schuldenaar bij een bank heeft. Het is niet altijd duidelijk bij welke bank een schuldenaar gelden heeft staan. De deurwaarder kan, voordat hij beslag gaat leggen, eerst bij de bank vragen of die bank geldmiddelen van de schuldenaar onder zich heeft. Banken gingen daar verschillend mee om. Volgens de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam moet de bank aangeven of de schuldenaar bij de bank bankiert. De bank mag niet alleen antwoord geven of de schuldenaar een positief saldo bij de bank heeft.

De casus in het kort

Op 5 maart 2024 heeft de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam (de ‘kantonrechter’) een vonnis gewezen tussen Hoist Finance AB (‘Hoist Finance’) en Rabobank. Hoist Finance had een vordering op een partij (‘X’). De rechtbank heeft X ook veroordeeld om aan Hoist Finance een bedrag van bijna € 600 te betalen. Hoist Finance heeft de deurwaarder het vonnis aan X laten betekenen, met het verzoek aan X om het bedrag aan Hoist Finance te betalen. X deed dat niet.

Hoist Finance wilde beslag laten leggen. De deurwaarder heeft aan Rabobank gevraagd of Rabobank van X geldmiddelen onder zich heeft. Rabobank antwoorde daarop: ‘’nee’’. De deurwaarder heeft vervolgens aan Rabobank gevraagd of Rabobank daar duidelijker over kon zijn. Hoist Finance vond dat Rabobank niet alleen moest laten weten of X een positief saldo bij Rabobank had, maar ook of X bij Rabobank een bankrekening heeft. Rabobank vond dat zij al genoeg informatie had gegeven. Hoist Finance is daarop een (kort geding-)procedure gestart tegen Rabobank.

De kantonrechter diende uit te leggen wat een bank onder artikel 475aa van het wetboek van Rechtsvordering (‘Rv’) moet antwoorden als een deurwaarder vraagt of de bank giraal van de schuldenaar onder zich heeft.

Artikel 475aa Rv; de bankbevraging

Aan toepassing van artikel 475aa Rv komt men pas toe als de schuldeiser een executoriale titel heeft (dat is een voor tenuitvoerlegging vatbare titel). De meest voorkomende en bekende executoriale titel is een uitspraak van een rechter tegen die partij. De executoriale titel kan door de deurwaarder tenuitvoergelegd worden.

Artikel 475aa Rv geeft de deurwaarder twee bevoegdheden. De deurwaarder kan ten eerste aan de schuldenaar zelf vragen waar de schuldenaar een of meer bankrekeningen heeft. Ten tweede kan de deurwaarder, voordat hij beslag onder een bank gaat leggen, aan banken vragen of de bank geldmiddelen van de schuldenaar onder zich heeft. Dit laatste wordt ook wel de bankbevraging genoemd.

Uitleg kantonrechter

Hoist Finance en Rabobank geven een andere uitleg aan artikel 475aa Rv. Rabobank meent dat zij alleen hoeft aan te geven of de schuldenaar op het moment van bevraging bij Rabobank een positief saldo heeft. Hoist Finance meent dat de bank in het algemeen moet aangeven of de schuldenaar giraal geld bij de bank heeft. Met andere woorden, of de schuldenaar bij de bank bankiert. In de visie van Hoist Finance gaat het dus niet alleen om het moment van bevraging, maar moet naar een langere periode gekeken worden.

Volgens de kantonrechter lijkt de tekst van artikel 475aa Rv erop te wijzen dat het gaat om een onderzoek naar mogelijke verhaalsobjecten voorafgaand aan beslaglegging. Volgens de kantonrechter wijst dat erop dat het niet om een momentopname gaat, maar juist om een langere periode. Verder wijst de kantonrechter naar de toelichting bij het artikel. Daaruit blijkt dat het artikel juist is ingevoerd om te voorkomen dat veel en onnodige beslagen gelegd worden. Dat was vroeger namelijk gebruikelijk. Als een deurwaarder niet wist waar de schuldenaar bankiert, dan werd bij meerdere banken beslag gelegd in de hoop dat één van die beslagen doel zou treffen. Dat bracht veel kosten met zich mee. Dat wilde men voorkomen.

Mede daardoor oordeelt de kantonrechter dat artikel 475aa Rv zo moet worden uitgelegd dat de bank de vraag moet beantwoorden of de bank in het algemeen giraal geld van een schuldenaar onder zich heeft. Met andere woorden; de bank moet aangeven of de schuldenaar bij de bank bankiert. Dat ziet niet alleen op de vraag of er een positief saldo is, maar ook op de vraag of de schuldenaar een bankrekening bij de bank heeft (gehad).

Vervolg

Deze zaak zal waarschijnlijk nog wel een vervolg krijgen bij het gerechtshof en/of de Hoge Raad. Rabobank had de kantonrechter al gevraagd om vragen te stellen aan de Hoge Raad. Rabobank wenst duidelijkheid te krijgen van de Hoge Raad over artikel 475aa Rv.

In ieder geval tot die tijd moeten banken ook aangeven of de schuldenaar bij hen een bankrekening heeft (gehad). Dat maakt het voor deurwaarders en schuldeisers duidelijker of zij bij de juiste bank zijn of dat zij bij een andere bank verder moeten gaan zoeken.

Heeft u vragen? Neem dan contact op met Joshua de Vries.

Volg Schaap Advocaten Notarissen op LinkedIn.