Berekenen planschade
Beantwoording van de vraag of hoe de berekening van planschade als gevolg van twee verschillende planologische maatregelen dient plaats te vinden: dient de schade voor elk van die maatregelen apart te worden berekend, waarbij ook twee maal aftrek plaatsvindt van het normaal maatschappelijk risico? Of kan worden aangenomen dat de planologische nadelen voortvloeien uit hetzelfde planologische regime, waardoor slechts één maal aftrek plaatsvindt van het normaal maatschappelijk risico?
Casus
Eisers zijn sinds december 1993 eigenaars van een perceel in Rhoon. In mei 2012 dienen zij een aanvraag voor vergoeding van planschade in vanwege een verleende vrijstelling op grond van artikel 19 WRO (oud) van 8 april 2009 en de inwerkingtreding van een nieuw bestemmingsplan rond 12 november 2009 waarin het gebied achter het perceel van eisers is veranderd van woon- in winkelgebied.
Op basis van een advies van de SAOZ oordelen B&W dat aan eisers een bedrag aan planschadevergoeding toekomt gelijk aan de optelsom van de schadebedragen als gevolg van elk van de afzonderlijke besluiten minus, ook voor elk van die afzonderlijke besluiten, een bedrag in verband met normaal maatschappelijk risico.
Eisers zijn van mening dat de schadeveroorzakende besluiten niet elk apart, maar samen in één geheel moeten worden bekeken. De WRO-vrijstelling en de wijziging van het bestemmingsplan zijn immers zowel qua bedoeling als in de tijd zo onlosmakelijk met elkaar verbonden, dat zij als één planologische regime moeten worden aangemerkt, aldus eisers. De Memorie van toelichting op de Wro leidt er volgens eisers niet toe dat aftrek van het normaal maatschappelijk risico steeds per besluit moet plaatsvinden.
Oordeel rechtbank
De rechtbank geeft eisers gelijk, onder andere met verwijzing naar eerdere jurisprudentie van de rechtbank Oost-Brabant (14 november 2013, ECLI:NL:RBOBR:2013:6351) en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad State (8 januari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:6), waarin in het kader van planschadeverzoeken is overwogen dat onder omstandigheden een vrijstelling en een direct daarop volgende bestemmingsplan in het kader van een planvergelijking als één regime kunnen worden gezien.
Het beroep is gegrond en de rechtbank doet de zaak met een beroep op artikel 8:72 Awb zelf af, waarbij zij het bestemmingsplan als schadeveroorzakend besluit aanmerkt nu hierin planologisch het meest wordt mogelijk gemaakt.
Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.
Voor de volledige tekst van deze uitspraak klik hier
Commentaar op de uitspraak en op andere aangelegenheden inzake het bouwrecht is tevens te vinden ophttp://www.ibr.nl
Bron: Rechtbank Rotterdam ROT-13_04984, ECLI:NL:RBROT:2014:4548
T: + 31(0)10 277 03 00