Beroep tegen legalisatie woning met verdieping achter restaurant ongegrond
De eigenaar van een perceel met restaurant en daaraan gebouwde woning verkrijgt legalisatie voor de extra woning. Buurman ondervindt overlast. Wonen op begane grond en gebruik steeg achterzijde toegestaan. Geen plicht om van wijzigingsbevoegdheid bestemmingsplan gebruik te maken. Terecht beslist op aanvraag, niet op werkzaamheden die buiten aanvraag vallen. Geen stedelijke ontwikkeling, geen schending zorgvuldigheidsbeginselen, geen aanknopingspunten voor strijd met goede ruimtelijke ordening. Beroep ongegrond.
Artikelen: 2.10, 2.12, lid 1, sub a ten tweede Wabo, artikel 4 van Bijlage II Bor, 5.20 Bor, 3.1.6 Bro, 3:2, 3:4, 3:46, 3:47 Awb
Een eigenaar van een restaurant met bovenliggende woning in Bodegraven bouwt aan de achterzijde van het restaurant nog een woning met verdieping. Het restaurant krijgt een kleiner oppervlak ten behoeve van de woning. De tweede woning is in strijd met het bestemmingsplan, zodat de eigenaar verzoekt om legalisatie, hetgeen het college toestaat. De buurman ondervindt overlast en komt op tegen de besluitvorming. In bezwaar en beroep vangt hij bot, evenals in hoger beroep.
Afdeling
Het college heeft vergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, lid 1, sub a aanhef en ten tweede van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Uit de planregels volgt dat wonen op de begane grond mag. Ook het gebruik van de steeg als achterontsluiting kan: wonen met bijbehorende voorzieningen zoals paden mogen.
Geen wettelijke regeling bepaalt dat het college niet bevoegd is om op een aanvraag op grond van artikel 2.12 lid 1, sub a aanhef en ten tweede Wabo te beslissen als het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid bevat voor de aangevraagde activiteiten (Afdeling 11 september 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1083). Verder is het college vanwege artikelen 2.10 en 2.12 Wabo het beslissingsbevoegde orgaan.
Dat het welstandsadvies niet aan de besluitvorming ten grondslag had mogen liggen, omdat de welstandscommissie niet was geïnformeerd over alle veranderingen, wijst de Afdeling van de hand. Het college beslist op de aanvraag en hoeft geen rekening te houden met mogelijke aanpassingen in het bouwplan. Voor zover sprake is van niet vergunningvrije bouwwerken, kan de buurman verzoeken om handhaving.
Artikel 3.1.6 Bro speelt niet, want er is geen stedelijke ontwikkeling. Artikel 5.20 Bor speelt evenmin: dat ziet op vergunningverlening op grond van artikel 2.12, lid 1, sub a en ten derde en niet ten tweede.
Er is geen aanleiding voor strijd met een goede ruimtelijke ordening of onvoldoende kennisvergaring. Het bouwvolume voor horeca neemt af, dus de ruimtelijke effecten van het gebruik van het perceel zijn kleiner. Een akoestisch onderzoek hoeft niet. Bij overlast kan de buurman een verzoek tot handhaving indienen. De afname van het horecavolume heeft gunstige invloed op parkeer- en verkeersbelasting. De woning is goed ontsloten via de gemeentelijke steeg. De ligging van de woning (achterzijde) verandert niets aan het straatbeeld en leidt tot een verbetering van de beleving van het pand vanaf de Oude Rijn.
Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.
T: + 31(0)10 277 03 00