Een bestemming met natuurfunctie is geen (achter)erf; geen vergunningsvrije bouw
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3490
Weigering verlenen omgevingsvergunning voor schuur naast woning in Epe, gepland deels op bestemming wonen, deels op “Bos-Bostuin”, een natuurfunctie zonder bouwmogelijkheid voor gebouwen. Geen omgevingsvergunningsvrije bouw. “Bos-Bostuin” is natuurfunctie, dus geen achtererf in de zin van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht. Voldoende gemotiveerd dat toestaan bouwplan planologisch ongewenst is.
Artikelen: 3:2, 3:46 Awb; 2.1, lid 1, sub c Wabo; artikelen 1 en 2 bijlage II Bor; regels bestemmingsplan;
Een eigenaar vraag vergunning voor de bouw van een schuur ter vervanging van een bestaande naast zijn woning. Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan, omdat de schuur gedeeltelijk buiten het bouwvlak is voorzien op gronden met de bestemming “Bos-Bostuin”. Op die gronden zijn gebouwen niet toegestaan. Het college van burgemeester en wethouders is niet bereid van het bestemmingsplan af te wijken. In bezwaar en beroep houdt het besluit van het college stand. De eigenaar stelt hoger beroep in.
In hoger beroep stelt de eigenaar dat het bouwplan omgevingsvergunningsvrij is.
Afdeling
De Afdeling oordeelt dat het perceelsgedeelte met bestemming “Bos-Bostuin” gelet op de doeleindenomschrijving een natuurfunctie heeft. De gronden mogen volgens de bestemmingsplanregels alleen worden bebouwd en ingericht met bouwwerken die geen gebouwen zijn. Die bestemming staat eraan in de weg dat de gronden kunnen worden aangemerkt als erf of achtererf in de zin van artikelen 1 en 2 van bijlage II het Bor, zodat de eigenaar niet met succes beroep kan doen op deze artikelen.
De rechtbank heeft voorts volgens de Afdeling terecht overwogen dat toestaan van het bouwplan planologisch ongewenst is. Met het toekennen van de bestemming “Bos-Bostuin” heeft het college beoogd het bebouwen van de percelen richting de randen te voorkomen. De bouwvlakken op de gronden met bestemming wonen zijn bewust groot, zodat er ruimte is voor aan-, uit- en bijgebouwen. Het kappen van bomen op het bouwvlak is niet bezwaarlijk; van belang is het behoud van de groene randen van het perceel. Het college heeft zich in redelijkheid op dat standpunt kunnen stellen.
De Afdeling verklaart het hoger beroep ongegrond.
Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.
T: + 31(0)10 277 03 00