Bevestiging (on)mogelijkheden kostenverhaal op verhurende grondeigenaar bij gedumpt drugsafval
Jelle Kuijer | 19 juli 2022 | Leestijd: ongeveer 2 minuten
De Afdeling bevestigt de verantwoordelijkheid van de grondeigenaar voor wat anderen op zijn perceel grond met opstal doen en dat kostenverhaal bij gedumpt drugsafval op hem dan mogelijk is.
De Afdeling heeft in eerdere uitspraken geconcludeerd dat in beginsel geen sprake is van overtreding van (één of meer van) onderstaande wetsartikelen en kostenverhaal voor het opruimen van gedumpt drugsafval op de grondeigenaar in principe niet mogelijk is, als die grondeigenaar niet betrokken was bij de drugsafvaldumping:
- Artikel 1a lid 1 Woningwet (zorgplicht voor het behoud van een goede staat van bouwwerken, erven en terreinen ter voorkoming van gezondheids- en veiligheidsgevaren);
- Artikel 1.1a lid 1 en 2 Wet milieubeheer (gebod tot het voorkomen, beperken en ongedaan maken van nadelige milieugevolgen);
- Artikel 2.1 lid 1 sub c Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbod op het gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan);
- Artikel 13 Wet bodembescherming (zorgplicht voor het voorkomen en ongedaan maken van bodemverontreiniging).
Dit zijn de meest voor de hand liggende grondslagen voor kostenverhaal in het geval van gedumpt drugsafval en daarmee is kostenverhaal in die gevallen niet bepaald gemakkelijk. De achterliggende gedachte van de Afdeling lijkt te zijn dat een grondeigenaar die niet betrokken is bij de drugsafvaldumping en daar ook niets van af wist daar ook weinig tegen kan doen en kostenverhaal dan niet op zijn plaats is. Op 12 januari 2022 heeft de Afdeling twee samenhangende uitspraken gedaan waaruit volgt, dat kostenverhaal voor gedumpt drugsafval op grond van artikel 13 van de Wet bodembescherming wel mogelijk is, als de grondeigenaar op zijn perceel grond een opstal heeft staan zoals een woning, schuur of loods die hij verhuurt en gedeeltelijk nog zelf gebruikt en vast komt te staan dat daarin drugs is geproduceerd en het gedumpte drugsafval vermoedelijk daarvan afkomstig is. Aannemelijk is dan dat de grondeigenaar betrokken is bij of in ieder geval wist van de drugsproductie en de grondeigenaar het risico heeft aanvaard dat het drugsafval daarvan op of nabij zijn perceel grond gedumpt zou worden.
Hiermee bevestigt de Afdeling dat een grondeigenaar (eerder) verantwoordelijk kan worden gehouden voor wat anderen doen op zijn perceel grond met opstal, als hij dat perceel grond met opstal gedeeltelijk verhuurt en gedeeltelijk zelf nog gebruikt. Voor overheden betekent dit dat zij niet te snel moeten afzien van kostenverhaal, als het gaat om gedumpt drugsafval op een perceel grond met een woning, schuur of loods die verhuurd en gebruikt wordt. Voor grondeigenaren die hun perceel grond met opstal verhuren betekent dit dat zij actiever moeten controleren op wat er op het perceel grond en in de opstallen gebeurd en er rekening mee moeten houden daarvoor verantwoordelijk te kunnen worden gehouden. Eens te meer als zij het perceel grond met opstal ook nog gedeeltelijk zelf gebruiken.
Onze advocaat Jelle Kuijer bespreekt deze uitspraak uitgebreider in dit artikel in het tijdschrift Vastgoedrecht.
Heeft u vragen? Neem gerust contact met ons op.
Volg Schaap Advocaten Notarissen op LinkedIn.
T: + 31(0)10 277 03 00