Curator vangt bot bij aansprakelijkheidsstelling bank voor faillissementstekort

Hof Amsterdam 29 mei 2018 ECLI:NL:GHAMS:2018:1832

Hof oordeelt dat bank niet toerekenbaar tekort schiet of onrechtmatig handelt door in surseance op grond van een voorwaarde in de onderliggende kredietovereenkomst te weigeren verdere betalingen uit te voeren.

Trefwoorden: curator, surseance van betaling, faillissement, bank, aansprakelijk, faillissementstekort, driepartijenovereenkomst, krediet maximum

X B.V. sluit een kredietovereenkomst met de bank. De bank verstrekt een krediet in rekening-courant. Als voorwaarde staat in de overeenkomst dat het debetsaldo niet meer mag bedragen dan 70% van de waarde van de op enig moment uitstaande en aan de bank verpande vorderingen. De rechtbank verleent surseance aan X B.V. Tussen X B.V., de bank en de mogelijke nieuwe financier (Y) komt een driepartijenovereenkomst tot stand die bepaalt dat de bank betaling tot een maximum bedrag uitvoert. Voorts spreken partijen af dat de bank financiert in afwachting van een herfinanciering door Y, mits X B.V. met haar schuldeisers overeenstemming bereikt en de financiering niet het bedrag van € 495.000,00 overstijgt. X. B.V. en Y bereiken geen overeenstemming binnen de afgesproken termijn. De bank weigert nog langer betalingsopdrachten uit te voeren. X. B.V. vraagt vervolgens haar eigen faillissement aan. De curator stelt de bank aansprakelijk voor het faillissementstekort omdat de bank weigerde verdere betalingen uit te voeren nadat de debetstand hoger was dan een bepaald percentage van de aan de bank verpande debiteuren.

De rechtbank oordeelt dat ook – onder de driepartijen overeenkomst in surseance onverkort de percentagevoorwaarde gold. Het hof stelt vast dat de percentagevoorwaarde niet in de driepartijenovereenkomst is opgenomen. Voorts oordeelt zij dat uit feiten en omstandigheden en verklaringen en gedragingen van partijen volgt dat de bank nooit afstand deed van de percentagevoorwaarde. De bank wenste enkel ter overbrugging naar een financiering van Y tijdelijk te financieren. De bank weigerde terecht om nog betalingen uit te voeren. Het Hof bekrachtigt het vonnis.

Deze samenvatting is geschreven door Mr M.H. (Martijn) Janssen en is reeds eerder verschenen op Kluwer SmartNewz.