De architect van Naturalis en zijn auteursrecht: oppassen bij transformatie en verbouwing
ECLI:NL:RBDHA:2017:555
Onder architecten en hun opdrachtgevers is de Naturalis-uitspraak inmiddels veel besproken. In januari 2017 heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de door Fons Verheijen, architect van het huidige in 1998 geopende museum en onderzoeksinstituut Naturalis Biodiversity Center (Naturalis) te Leiden, aangespannen rechtszaak over de sloop van een deel van de huidige gebouwen (Darwin House), de transformatie van het Naturalis-gebouw van tentoonstellingsruimte naar depot en kantoor en de uitbreiding van het Naturalis-gebouw met nieuwbouw. Na een tussenuitspraak en een naar aanleiding daarvan gevoerd kort geding is de bouw van de transformatie van het Naturalis-gebouw door de voorzieningenrechter stilgelegd. Uit een gezamenlijke verklaring van de architect en Naturalis, gepubliceerd op de website van Naturalis, blijkt dat de zaak is geschikt. Naturalis biedt excuses aan en de transformatie van het Naturalis-gebouw komt er: de architect krijgt zijn schade- en proceskosten vergoed en een door de architect op te richten ideële stichting, tot bevordering van wetenschappelijk onderzoek en de architectuur, ontvangt 1,5 miljoen euro. De architect verbindt zijn naam niet langer aan het Naturalis-gebouw; enkel nog aan de depottoren.
In deze principiële zaak, die voor de architect niet om het geld draaide maar om behoud van zijn werk, met name het interieur van de tentoonstellingsruimte, wordt het spanningsveld tussen de rechten en belangen van de eigenaar tot aanpassing van zijn gebouw en de persoonlijkheidsrechten van de architect op behoud van zijn werk bevestigd. Naturalis heeft vanwege fusies en groei van het aantal bezoekers behoefte aan andere gebouwen voor het museum en onderzoekscentrum en de architect verzet zich tegen sloop van het Darwin House, de nieuwbouw van een tentoonstellingsruimte en de transformatie van de huidige tentoonstellingsruimte. De architect doet mee aan de aanbesteding, wint niet, maar met zijn auteursrecht is Naturalis dan nog niet klaar. Naturalis past ook nog een deel van definitief ontwerp aan, maar de architect blijft bij zijn principiële standpunt.
Op grond van artikel 25 Auteurswet kan de maker van een werk zich onder meer verzetten tegen de wijziging van zijn werk, tenzij dat in strijd is met de redelijkheid, alsmede tegen verminking of aantasting van het werk die nadeel kan toebrengen aan de eer, naam of waarde van de maker. Hoewel afstand van zijn persoonlijkheidsrechten wel vaak door opdrachtgevers van de architect wordt verlangd, laat de wet dit niet toe.
Sinds de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Jelles/Zwolle in 2004 wordt sloop niet in strijd geoordeeld met artikel 25 Auteurswet, omdat sloop niet als een aantasting van een werk wordt gezien in de zin van sub d van lid 1 van artikel 25 Auteurswet. Anders zou de ‘maker’ iedere sloop kunnen tegenhouden en dat zou tot maatschappelijk moeilijk te aanvaarden gevolgen leiden. De rechtbank oordeelt dan ook ten aanzien van de sloop van het Darwin House alleen over het beroep op misbruik van bevoegdheid door Naturalis. Daarvan is geen sprake. De architect is bovendien in de gelegenheid gesteld het gebouw te documenteren.
Ten aanzien van de nieuwbouw (uitbreiding van het Naturalis-gebouw) oordeelt de rechtbank dat de architect op verschillende momenten heeft deelgenomen aan de aanbestedingsprocedure, waarvan de uitbreiding onderdeel was, waaruit blijkt dat de bezwaren van de architect niet waren gericht tegen de uitbreiding. De uitbreiding kan niet worden gezien als een aantasting van het Naturalis-gebouw. Dat hierdoor het Naturalis-gebouw concurrentie krijgt van een nieuw te bouwen deel door de hoogte of omvang daarvan, is onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van een wijziging of aantasting.
De architect wordt ten aanzien van de verbouwing van het Naturalis-gebouw wel door de Rechtbank in het gelijk gesteld. Als gevolg van de voorgestane verbouwing verdwijnen immers kenmerken van het ontwerp van de architect (lichtinval, doorkijkjes, gekoppelde ruimtes, zones om in rond te zwerven e.d.). Nu de door Naturalis gewenste bestemmingswijziging vorm krijgt door wijziging van het werk van de architect, kan de architect hiertegen volgens de rechtbank wel degelijk opkomen met een beroep op artikel 25 Auteurswet. Ook achtte de rechtbank sprake van aantasting van de eer en naam van de maker als gevolg van de verbouwing. Het Naturalisgebouw ontving immers veel bezoekers en was de belichaming van het beroemde museum. Volgens de rechtbank diende vervolgens wel een belangenafweging plaats te vinden, maar die valt uit in het voordeel van de architect, onder andere omdat Naturalis ook alternatieven had kunnen bedenken die met het auteursrecht te verenigen hadden kunnen zijn. Volgens de rechtbank heeft Naturalis geen beroep gedaan op misbruik van bevoegdheid door zich ten aanzien van de verbouwing op zijn auteursrecht te beroepen, zodat de rechtbank niet aan die beoordeling toekomt.
De rechtbank stelt dat hij voor de beoordeling van de vordering tot een verbod op de (verdere) verbouwing van het Naturalis-gebouw meer informatie nodig heeft. Naturalis is immers al begonnen met de verbouwing en de gevolgen van een verbod dienden nog verder te worden onderzocht. De rechtbank komt derhalve nog niet tot een eindoordeel ten aanzien van de gevorderde bouwstop.
Daarop vordert de architect een bouwstop in kort geding, die door de voorzieningenrechter ten aanzien van het Naturalis-gebouw wordt toegewezen.
Onder druk van de bouwstop en de aanzienlijke financiële en maatschappelijke belangen aan de zijde van Naturalis, hebben partijen alsnog een minnelijke regeling weten te bereiken. Wat blijft er na de verbouwing van het Naturalis-gebouw over? De buitenzijde met de typerende raampartijen en depottoren blijft intact; het interieur is te raadplegen in het virtueel museum dat Naturalis als onderdeel van de schikking gedurende tien jaar in stand dient te houden.
Hoe architecten, die nog niet hun pensioengerechtigde leeftijd zijn genaderd, zoals de heer Verheijen, en hun opdrachtgevers tegen de verstrekkende consequenties van dit aspect van het auteursrecht van de architect aankijken, laat zich raden. In de Naturalis-uitspraak is pas tijdens de uitvoering een oplossing bereikt. Dat is voor alle partijen onwenselijk.
Bij transformatie, verbouw en sloop moet altijd worden nagegaan of het auteursrecht van de architect in het geding is. In de Naturalis-uitspraak wordt bevestigd dat het persoonlijkheidsrecht van de architect een recht is waarmee uitdrukkelijk rekening moet worden gehouden; zelfs indien de maatschappelijke en financiële belangen van de andere partij aanzienlijk zijn.
Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.
T: + 31(0)10 277 03 00