De uitsluitingsclausule en (consumptieve) bestedingen
Eefje Kruijs Voorberge | 26 mei 2020 | Leestijd: ongeveer 4 minuten
Aan een schenking of erfenis is vaak een ‘uitsluitingsclausule’ verbonden. Wat gebeurt er als de erfenis of schenking wordt gebruikt voor gezamenlijke kosten van de echtgenoten, zoals een aflossing op een gezamenlijke geldlening, de kosten voor boodschappen of een vakantie? De Hoge Raad heeft beslist dat de verkrijger van de erfenis of schenking in dat geval recht heeft op een vergoeding van zijn echtgenoot.
Wat is een uitsluitingsclausule?
Aan een schenking of een erfenis kan een zogenoemde ‘uitsluitingsclausule’ zijn verbonden. Een uitsluitingsclausule zorgt ervoor dat de schenking of erfenis niet tot een gemeenschap van goederen gaat behoren, maar tot het privévermogen van de verkrijger. Als de verkrijger na het verkrijgen van de schenking of erfenis gaat scheiden, dan zorgt de uitsluitingsclausule ervoor dat de verkrijger de schenking of erfenis niet met de aanstaande ex-echtgenoot hoeft te delen. Bij een echtscheiding wordt immers alleen het gemeenschappelijke vermogen verdeeld tussen de echtgenoten en niet het privévermogen van ieder van de echtgenoten. Lees ons eerdere artikel voor meer informatie over uitsluitingsclausules en de gevolgen daarvan.
Wat is een vergoedingsrecht?
Als de echtgenoten in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, dan kunnen zij naast deze gemeenschap van goederen ook nog privévermogen hebben. Dat is bijvoorbeeld het geval als de echtgenoten een erfenis/schenking hebben gekregen onder een uitsluitingsclausule. In dat geval bestaan er dus drie aparte vermogens: de gemeenschap van goederen van de echtgenoten, het privévermogen van echtgenoot 1 en het privévermogen van echtgenoot 2.
Als de echtgenoten iets kopen dat tot de gemeenschap van goederen gaat behoren, zoals een auto, dan moeten de kosten voor die auto ook worden betaald uit de gemeenschap van goederen. Worden deze kosten niet uit de gemeenschap van goederen betaald, maar bijvoorbeeld uit het privévermogen van echtgenoot 1, dan heeft echtgenoot 1 het recht om die kosten uiteindelijk weer terug te krijgen uit de gemeenschap van goederen. Dit recht noemen we een vergoedingsrecht.
Vermenging met het gezamenlijke vermogen van de echtgenoten
Vaak wordt een erfenis of schenking niet op een aparte bankrekening gestort, maar komt dit geld op de gezamenlijke bankrekening van de echtgenoten terecht. Daardoor vermengt het geld van de erfenis/schenking (dat tot het privévermogen van één van de echtgenoten behoort) met het gemeenschappelijk geld van de echtgenoten (dat tot de gemeenschap van goederen behoort).
Wat gebeurt er nu als echtgenoot 1 een schenking onder een uitsluitingsclausule krijgt, deze schenking op de gezamenlijke rekening laat storten en de echtgenoten vervolgens vanaf deze gezamenlijke rekening uitgaven doen? Is in dat geval geld uit de erfenis/schenking gebruikt, zodat een recht op vergoeding bestaat van echtgenoot 1 op de gemeenschap van goederen? Of is in dat geval gemeenschappelijk geld gebruikt, zodat de kosten uit het juiste vermogen zijn betaald en er dus geen recht op vergoeding bestaat?
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad heeft in 2019 beslist dat de echtgenoot die privévermogen op een gemeenschappelijke bankrekening heeft gestort, in principe recht heeft op vergoeding van dit bedrag. Door deze storting is het geld namelijk van het privévermogen van echtgenoot 1 naar de gemeenschap van goederen gegaan. Deze verschuiving van privévermogen van echtgenoot 1 naar de gemeenschap van goederen is volgens de Hoge Raad al voldoende om een vergoedingsrecht te laten ontstaan.
Het maakt volgens de Hoge Raad in principe niet uit waar het geld vervolgens aan is besteed. De Hoge Raad gaat er dus van uit dat het geld is besteed aan gemeenschappelijke kosten. Dit is alleen anders wanneer het geld aantoonbaar is gebruikt voor de aflossing van privéschulden van echtgenoot 1, of als echtgenoot 1 van het vergoedingsrecht heeft afgezien.
Wat gebeurt er nu als bij het einde van het huwelijk niet genoeg geld op de gezamenlijke bankrekening staat om dit bedrag aan echtgenoot 1 te vergoeden, bijvoorbeeld omdat het geld is opgemaakt aan boodschappen en vakanties? De Hoge Raad heeft beslist dat dit niet uitmaakt. Echtgenoot 1 blijft dus recht houden op vergoeding, ook als het geld is opgemaakt.
Goede administratie belangrijk
Het is dus belangrijk dat de echtgenoten een goede administratie bijhouden, zodat over de besteding van de schenking of erfenis later geen discussie kan ontstaan. De echtgenoten doen er daarom verstandig aan om de schenking of erfenis niet op de gemeenschappelijke bankrekening te laten storten, maar op een bankrekening van de echtgenoot die de schenking of erfenis ontvangt. Deze bankrekening wordt dan alleen voor (de administratie van) de schenking of erfenis gebruikt. Dit zorgt ervoor dat met de bankafschriften van deze rekening kan worden aangetoond waaraan de schenking of erfenis is besteed.
Heeft u vragen? Neem dan contact op met Marianne van der Laak of Eefje Kruijs Voorberge.
Volg Schaap Advocaten Notarissen op LinkedIn.
T: + 31(0)10 277 03 00