Documenten in een vreemde taal; wanneer is vertaling noodzakelijk?
Nederland is van oudsher een handelsnatie. Ondernemers die zaken doen met buitenlandse relaties zijn vaak meerdere vreemde talen machtig. Andersom beheersen weinig buitenlandse relaties de Nederlandse taal.
Communicatie met buitenlandse relaties vindt daarom vaak plaats in een vreemde taal. Bij een transactie met een buitenlandse partij zal het contract dat op die transactie betrekking heeft, ook veelal in een vreemde taal zijn opgesteld.
Stel dat er een geschil ontstaat met betrekking tot een contract dat in een vreemde taal is opgesteld en stel dat daarover in Nederland een gerechtelijke procedure wordt gestart, waarbij geldt dat de Nederlandse rechter bevoegd is om het geschil te beoordelen. Moet de partij die dat (in een vreemde taal opgesteld) contract als bewijsstuk in die procedure wil inbrengen, daarvan een vertaling meezenden? En zo ja, moet die vertaling door een beëdigd vertaler zijn opgemaakt en ondertekend?
Uit het arrest d.d. 15 januari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:65) van ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, blijkt dat de Hoge Raad bij Nederlandse rechters en procespartijen voldoende kennis aanwezig acht van de Duitse, Engelse en Franse taal.
De Hoge Raad oordeelt namelijk dat als een partij een in de Duitse, Engelse of Franse taal opgesteld stuk wil indienen, hij dat in principe mag doen zonder dat daarbij een vertaling hoeft te worden gevoegd.
De rechter kan echter wel verlangen, als hij dat nodig of wenselijk acht voor de behandeling van de zaak, dat door die partij (naderhand) een Nederlandse vertaling van het stuk wordt overgelegd. Het is aan de rechter om daarbij te bepalen of die vertaling door een beëdigd vertaler moet zijn opgemaakt en ondertekend.
Mocht de rechter geen vertaling verlangen, dan kan de wederpartij van de partij die een Duits, Engels of Frans stuk in een procedure overlegt, er uiteraard voor kiezen zelf een vertaling van dat stuk in te dienen.
Een procespartij die stukken wil indienen in een andere vreemde taal dan de Duitse, Engelse of Franse taal, moet er wèl voor zorgen dat die stukken zijn voorzien van een Nederlandse vertaling.
Overigens biedt de rechtbank Rotterdam sinds 1 januari 2016 als pilot partijen de mogelijkheid in procedures op het gebied van zee- en vervoerrecht gezamenlijk te kiezen voor een geheel Engelstalige behandeling.
Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr J.J. (Ian) Linker.
T: + 31(0)10 277 03 00