Erfgenaam heeft recht op betaling van beëindigingsvergoeding op basis van Sociaal Plan na overlijden werknemer

Samenvatting uitspraak Rechtbank Oost-Brabant, 22 juni 2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:3293

Bij brief van 22 juli 2014 heeft Ryde, met toestemming van het UWV, de arbeidsovereenkomst met werknemer opgezegd per 31 oktober 2014. Op 28 september 2014 is werknemer overleden. Ryde heeft, conform de toepasselijke CAO Metaalelektro, een overlijdensuitkering van € 5.828,18 bruto aan de erfgenaam van werknemer uitbetaald. Op grond van het Sociaal Plan (artikel 4.1) kon werknemer eveneens aanspraak maken op een ontslagvergoeding. Deze vergoeding bedraagt € 21.126,50. Ryde heeft deze niet uitbetaald. De erfgenaam vordert betaling van de beëindigingsvergoeding conform het Sociaal Plan.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Ryde heeft de arbeidsovereenkomst met werknemer opgezegd per 31 oktober 2014. In de opzeggingsbrief is medegedeeld dat het Sociaal Plan op hem van toepassing is. Artikel 4.1 van het Sociaal Plan luidt als volgt: “Wordt de arbeidsovereenkomst (…) van een boventallige Werknemer beëindigt dan (onderstreping ktr.) heeft hij recht op een eenmalige beëindigingsvergoeding ter compensatie van lagere looninkomsten en/of uitkeringen krachtens de sociale zekerheidswetgeving (..).” Gelet hierop moet worden geoordeeld dat het recht op de beëindigingsvergoeding is ontstaan op het moment van de opzegging. De beëindigingsvergoeding was opeisbaar vanaf 31 oktober 2014. Werknemer is voordien, op 28 september 2014, overleden. Dat heeft echter niet tot gevolg dat de vergoeding niet, vanaf 31 oktober 2014, opeisbaar is. De verschuldigdheid of opeisbaarheid van de vergoeding is niet afhankelijk gesteld van het in leven zijn van werknemer. Het verweer van Ryde dat dit geval op één lijn moet worden gesteld met de zaak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 4 augustus 2016 (ECLI:NL:GHSHE:2016:3479 ), wordt verworpen. In casu is het recht op de beëindigingsvergoeding namelijk ontstaan door de opzegging. Toen was werknemer in leven en bestond de arbeidsovereenkomst nog. Er is derhalve voor werknemer een recht op de beëindigingsvergoeding ontstaan. Het is vaste jurisprudentie dat het recht op een ontbindingsvergoeding voor vererving vatbaar is. De vordering van erflater wordt derhalve toegewezen.

Deze samenvatting is geschreven door Mr F.J.J. (Jeroen) Snijers en verschenen op Kluwer SmartNewz van 28 juni 2017 (Smartnewz AR 2017/3294)