Funderingswerkzaamheden met voldoende voorzorgsmaatregelen omgeven, optreden schade maakt besluitvorming niet onzorgvuldig
Hoger beroep buurman vanwege vergunningverlening voor funderingswerkzaamheden aan buurpanden, waardoor mogelijk schade aan pand buurman is ontstaan. Buurman acht besluitvorming onzorgvuldig en in strijd met Bouwbesluit vanwege optreden schade. Onveilige situaties kunnen niet volledig worden voorkomen. Met het toepassen van een trillingsarme heimethode, het indienen van een palenplan en een bouwveiligheidsplan en de monitoring van trillingen en zettingen tijdens de heiwerkzaamheden heeft het college voldoende veiligheidsmaatregelen getroffen. Beroep ongegrond.
Artikelen: 2.1, 2.10, 2.12, lid 1, sub a ten tweede Wabo; 8.1 en 8.2 Bouwbesluit; 3:2, 3:4, 3:46, 3:47 Awb
Een buurman stelt bezwaar, beroep en hoger beroep in tegen de vergunningverlening voor funderingswerkzaamheden aan drie buurpanden. Na de werkzaamheden is schade aan zijn pand ontstaan die mogelijk het gevolg is van de werkzaamheden. De buurman acht de vergunningverlening onzorgvuldig, omdat onvoldoende maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van schade aan zijn pand (artikel 8.2 Bouwbesluit).
Afdeling
Bij uitspraak van 24 juni 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:1984) heeft de Afdeling al geoordeeld dat uit de functionele eis van artikel 8.1 Bouwbesluit blijkt dat onveilige situaties niet volledig te voorkomen zijn. Om dergelijke situaties zoveel mogelijk tegen te gaan, moeten de in artikel 8.2 Bouwbesluit genoemde maatregelen ter voorkoming van letsel van personen of (onroerende) zaken worden getroffen.
De omstandigheid dat na de funderingswerkzaamheden schade aan het pand van de buurman is ontstaan, brengt niet met zich dat het college ten tijde van de vergunningverlening niet aannemelijk mocht achten dat geen schade zou optreden als de belanghebbende de werkzaamheden conform vergunning zou uitvoeren. De voorschriften betreffende het indienen van een palenplan en een bouwveiligheidsplan en de monitoring van trillingen en zettingen tijdens de heiwerkzaamheden dienden om schade zoveel mogelijk te voorkomen. Daarbij staat de gekozen heimethode bekend als trillingsarm.
Gebruik van palen met een smallere schacht (139,7 mm i.p.v. 219 mm) was niet aan te raden, omdat dan vaker had moeten worden geheid en meer palen nodig waren geweest. Aan een alternatieve methode van trillingsvrij persen waren ook risico’s verbonden, omdat daarvoor eerst een betonnen vloer had moeten worden gestort die tijdens het uitharden op de muren zou rusten.
De werkzaamheden hebben geen betrekking op de mandelige muur tussen buurman en belendend pand, maar de aanwezigheid van deze muur is wel in de aanvraag betrokken. Bij die muur heeft overigens geen verzakking plaatsgevonden.
Dat de werkzaamheden zijn gestart voordat de inspecteur van de gemeente op de hoogte was gesteld en dat het heien enige tijd zonder metingen heeft plaatsgevonden is juist, maar het betreft hier handelingen in afwijking van de vergunning en daarmee een handhavingskwestie.
Het beroep is ongegrond.
Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.
T: + 31(0)10 277 03 00