Geen strijd goede ruimtelijke ordening bij toestaan recreatiewoning op woonbestemming met recreatie-wijzigingsbevoegdheid

Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State 18 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1294  

Vergunningverlening bouw recreatiewoning met drie slaapkamer op perceel met bestemming “woondoeleinden” en wijzigingsmogelijkheid in bestemming “zomerhuizen”. Pand ligt binnen bebouwde kom, bouwvolume blijft gelijk, geen sprake van strijd met goede ruimtelijke ordening.

Artikelen: 2.1, 2.12, lid 1, sub a ten tweede Wabo; 2.7 Bor; Bijlage II, artikel 4, lid 9 Bor, regels bestemmingsplan

Het college van burgemeester en wethouders van Vlieland verleent vergunning voor de gebruikswijziging van een pand in recreatief gebruik, met drie slaapkamers en twee badkamers op de begane grond en een keuken en woonkamer boven.

Het pand heeft thans een woonbestemming met een wijzigingsmogelijkheid voor “zomerhuizen” op de verdieping. Op de begane grond vindt thans opslag plaats en op de verdieping zijn een kantoor en een woonruimte. Het bouwvolume blijft bij de verbouwing gelijk en vergunningverlening vindt plaats met toepassing van artikelen 2.12, lid 1 onder a Wabo (vergunningverlening in strijd met het bestemmingsplan voor bepaalde gevallen, mits geen strijd met goede ruimtelijke ordening)en artikel 4, lid 9 van Bijlage II Bor (toestaan strijdig gebruik met gelijk/kleiner bouwvolume).

Omwonenden achten de vergunningverlening in strijd met een goede ruimtelijke ordening en vrezen voor aantasting van hun woon- en leefklimaat. Zij stellen verder dat het perceel niet binnen de bebouwde kom ligt.

Afdeling
De Afdeling stelt vast dat voor de vraag of een perceel zich binnen de bebouwde kom bevindt de feitelijke situatie bepalend is (zie Afdeling 20 januari 2016:ECLI:NL:RVS:2016:106). De aard van de omgeving en de plaats waar de bebouwing nagenoeg feitelijk ophoudt zijn van belang. In dit geval ligt het perceel naar het oordeel van de Afdeling binnen de bebouwde kom, nu sprake is van samenhangende bebouwing van o.a. tankstation, fietsverhuur, brandweer, gemeentewerf, jachthaven met restaurant en een paar woningen.

Op het perceel rust een woonbestemming, zodat het gehele gebouw thans mag worden bewoond. Verder kent het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid die het gebruik van de eerste verdieping als zomerhuis mogelijk maakt. Naar het oordeel van de Afdeling verdraagt een verblijfsrecreatieve functie zich in dit geval met de woonbestemming. De beïnvloeding van het woon- en leefklimaat door gebruik van de woning als zomerwoning is geen reden voor weigering van de vergunning. Daarbij is mede van belang dat het bouwvolume niet wordt vergroot. Het bouwplan maakt de woning ook niet geschikt voor grote groepen, nu elk van de slaapkamers geschikt is voor twee personen).

Het hoger beroep is ongegrond.

Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.