Het UBO-register: uiteindelijk belanghebbenden worden openbaar gemaakt
11 februari 2016
Er zal een openbaar register worden ingesteld waarin de uiteindelijke belanghebbenden van Nederlandse ondernemingen zijn geregistreerd. Dit is het voorstel aan de Tweede Kamer van de ministers Dijsselbloem van Financiën, Van der Steur van Veiligheid en Justitie en Kamp van Economische Zaken.
Europese richtlijn
Op grond van een recente Europese anti-witwasrichtlijn (“richtlijn”) moeten EU-lidstaten een register gaan aanhouden waarin informatie is opgenomen over de uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten. De uiteindelijk belanghebbende – in het Engels ‘ultimate beneficial owner’ of ‘UBO’ – is de persoon die het feitelijk voor het zeggen heeft. Kort gezegd is de UBO iedere natuurlijke persoon die 25% of meer van de winst- en/of zeggenschapsrechten in een onderneming houdt. Er kunnen dus per onderneming meerdere UBO’s zijn.
Achtergrond voorstel
Het voorstel is nu om het Nederlandse UBO-register voor een ieder toegankelijk te maken. Dit is op grond van de richtlijn niet vereist; slechts bepaalde groepen dienen toegang te hebben, namelijk:
- overheidsinstellingen;
- instellingen die Wwft-meldingen moeten doen (zoals banken, accountants, advocaten en notarissen); en
- iedere persoon die kan aantonen dat hij een legitiem belang heeft.
Op grond van de richtlijn is het dus niet verplicht om het register openbaar te maken. Volgens de ministers is het echter in praktijk slecht controleerbaar welke personen en instellingen vallen onder de hiervoor genoemde categorieën. Daarnaast stellen de ministers dat een ‘beperkt’ UBO-register (te) hoge lasten met zich brengt naast het bestaande handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Nederland
Voor Nederland betekent de invoering van een UBO-register dat van iedere BV, NV, CV, VOF, maatschap, vereniging en stichting de uiteindelijk belanghebbenden worden geregistreerd en te raadplegen zijn. Hieronder vallen dus aandeelhouders, vennoten of personen die de feitelijke leiding voeren. Registratie van de UBO is volgens de ministers “een belangrijke factor bij het opsporen van criminelen, die hun identiteit achter vennootschappen andere juridische entiteiten kunnen verbergen”.
Privacy waarborgen
De ministers onderkennen wel de mogelijk negatieve gevolgen voor de privacy en persoonlijke levenssfeer van UBO’s. Daarom zullen er vier privacywaarborgen worden ingesteld voor de openbaarheid van het UBO-register:
- iedere gebruiker zal worden geregistreerd;
- er zal een vergoeding voor inzage worden gevraagd;
- andere personen dan specifiek aangewezen autoriteiten krijgen slechts inzage in een beperkte set gegevens (bijvoorbeeld geen adresgegevens, maar wel de aard en omvang van het gehouden economisch belang);
- bij een risico op bijvoorbeeld kidnapping, chantage, geweld of intimidatie wordt steeds per individueel geval een nauwkeurige beoordeling van de risico’s en wordt bezien of (bepaalde) informatie kan worden afgeschermd.
Ten aanzien van de punten 1 en 2 kan worden afgevraagd in hoeverre die daadwerkelijk een waarborg voor de privacy zijn.
Inschrijvingsverplichting
Ondernemingen worden zelf verplicht om de informatie over de UBO’s aan te leveren. De UBO is verplicht hieraan zijn of haar medewerking te verlenen. Daarnaast worden Wwft-meldingsplichtige instellingen (zoals banken, accountants, advocaten en notarissen) en bepaalde autoriteiten verplicht om onjuiste gegevens over de UBO door te geven bij het register dan wel zelfstandig aan te passen, afhankelijk van hun bevoegdheden.
Centraal aandeelhoudersregister
De politiek heeft de afgelopen tijd ook gekeken naar de mogelijkheid om een digitaal centraal aandeelhoudersregister in te voeren. Dit is wat de naam al aangeeft: een register waarin alle aandeelhouders van een vennootschap staan geregistreerd. In de brief aan de Tweede Kamer stellen de ministers dat het centraal aandeelhoudersregister voorlopig wordt aangehouden totdat het UBO-register nader is ontwikkeld.
Slotopmerking
Het is na de brief aan de Tweede Kamer afwachten hoe het UBO-register uiteindelijk vorm zal krijgen. EU-lidstaten zijn in ieder geval verplicht om vóór 26 juni 2017 het UBO-register te hebben doorgevoerd. Het wetsvoorstel kan dus binnenkort worden verwacht.
Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr Drs R.X.J. (Xander) Blokzijl.
T: + 31(0)10 277 03 00