Met sorry koop je niks
Joop Werner en Sara Vaandrager | 8 januari 2024 | Leestijd: ongeveer 3 minuten
In civiele procedures wordt regelmatig geëist dat de andere partij zijn excuses aanbiedt. Het is maar de vraag wat met een gedwongen en daarmee in de meeste gevallen ongemeend excuus kan worden bereikt. Daar komt bij dat een gedwongen excuus in strijd kan zijn met de vrijheid van meningsuiting. In uitzonderlijke gevallen kan een gedwongen excuus helpen om schade van de wederpartij te herstellen of te beperken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij reputatieschade, als de excuses publiekelijk worden gemaakt. Het is dan ook aan te raden om een eis tot het maken van excuses, als dit al wordt geëist, goed te onderbouwen en dit alleen te eisen als daarmee de geleden schade daadwerkelijk kan worden hersteld.
Iedereen is ermee grootgebracht: als je als kind iets verkeerd deed, moest je excuses maken. Of je nou wilde of niet. Los van een zekere pedagogische werking kun je je afvragen wat de waarde van zo’n afgedwongen excuses nou echt is. Toch wordt in civiele procedures met enige regelmaat geëist dat de wederpartij zijn excuses aanbiedt. Dit blog bespreekt hoeveel kans zo’n eis bij de Nederlandse rechter heeft en waarom.
Grondslag
De Nederlandse rechter is over het algemeen terughoudend met het toewijzen van een verplicht excuus. In de meeste gevallen wordt een vordering daartoe afgewezen. Als zo’n vordering wel wordt toegewezen, dan geeft de rechter vaak maar een korte uitleg, waarbij geen wettelijke bepalingen worden benoemd. Een wettelijke bepaling waar de eisende partij een beroep op kan doen gaat over de betaling van schadevergoeding ‘in natura’. Als uitgangspunt moet een schadevergoeding in geld worden betaald. Bij betaling in natura gaat het om een vorm van schadevergoeding die niet in geld kan worden uitgedrukt. Een voorbeeld is een vordering tot reparatie van schade aan een fiets. Excuses kunnen ook een schadevergoeding in natura zijn. Hiervoor is van belang of de schade die is geleden daadwerkelijk wordt hersteld door het gemaakte excuses.
In uitzonderlijke gevallen kan een gebod tot het maken van excuses worden geëist met de stelling dat daarmee een onrechtmatige toestand wordt opgeheven, namelijk een “morele en emotionele achterstelling van de benadeelde”. Daarnaast kan een gebod tot het maken van excuses worden geëist ter beperking van schade. Deze twee grondslagen worden in de praktijk echter maar weinig toegepast.
Effectiviteit excuses
Het is de vraag hoe zinvol en effectief het verplicht aanbieden van excuses is, als dat helemaal niet gemeend is. In veel uitspraken wijst de rechter de eis tot het aanbieden van een excuus af, omdat het geen nut zou dienen. Maar: uit psychologisch onderzoek blijkt dat excuses toch een ‘helende werking’ kunnen hebben, ook als ze niet gemeend zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij schade zoals reputatieschade of aantasting van de persoonlijke identiteit of waardigheid. In zulke situaties wordt een eis tot excuses dan ook het meeste toegewezen. Maar, als geen sprake is van reputatieschade of aantasting van de persoonlijke identiteit of waardigheid, dan helpt een excuus weinig, zeker in geschillen die volledig tussen twee partijen spelen. Een excuus dat ten opzichte van een enkele wederpartij moet worden gemaakt is voor zover bekend nooit door de rechter toegewezen.
Voor herstel van reputatieschade hoeft bovendien excuses niet nodig te zijn. Alleen de bevestiging dat eerdere beweringen niet juist waren, kan daar ook voldoende voor zijn. En zelfs de mededeling dat eerdere beweringen van de rechter gerectificeerd moeten worden kan daarvoor volstaan.
Wie oprechte excuses wil, moet zich realiseren dat hij met een vordering tot het aanbieden van excuses bij de rechter zijn wederpartij de kans ontneemt om uit eigen beweging op een authentieke en oprechte manier verontschuldigingen aan te bieden. Het zal altijd de vraag blijven wat afgedwongen excuses nou echt waard zijn. Een gebod om excuses te maken en spijt te betuigen is daarnaast in strijd is met de vrijheid van meningsuiting. Zo’n gebod kan daarom alleen in uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd zijn, als dat een legitiem doel dient. De rechter zal daarvoor steeds een belangenafweging moeten maken.
Heeft u vragen? Neem dan contact op met Joop Werner
Volg Schaap Advocaten Notarissen op LinkedIn.
T: + 31(0)10 277 03 00