Niet (tijdig) beschikken over Wft-diploma’s leidt niet tot ontbinding arbeidsovereenkomst. Schending scholingsverplichting werkgever
Samenvatting uitspraak Rechtbank Midden-Nederland, 10 mei 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:2501
Werknemer is op 5 februari 2001 bij werkgeefster in dienst getreden. Werknemer is werkzaam als Senior Relatiebeheerder tegen een salaris van € 2.392,01 bruto per maand. Werkgeefster en haar werknemers vallen binnen het bereik van de Wet op het Financieel Toezicht (Wft). Uiterlijk 1 januari 2017 dienen adviseurs en bemiddelaars in het bezit te zijn van een adviseursdiploma. Werkgeefster heeft werknemer diverse malen, onder meer bij brieven van 29 oktober 2013, 24 december 2013, 13 februari 2015, 6 maart 2015 en 7 oktober 2016 gewezen op het belang en de noodzaak van de vereiste Wft-diploma’s. Op 1 januari 2017 heeft werknemer de diploma’s echter nog niet in zijn bezit. Werkgeefster verzoekt daarop ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair op de e-grond en subsidiair op de h-grond.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Vooropgesteld moet worden dat werkgeefster – op grond van zowel art. 7:611a BW als art. 4:9 lid 2 Wft – er zorg voor dient te dragen dat haar werknemers per 1 januari 2017 beschikken over de vereiste Wft-diploma’s. De inspanningen die werkgeefster heeft verricht zijn echter beperkt gebleven tot sommaties en brieven, het ter beschikking stellen van studiematerialen en het toesturen van inlogcodes. De uit art. 7:611a BW (respectievelijk art. 4:9 lid 2 Wft) voortvloeiende verplichting brengt met zich mee dat een werkgever gehouden is om noodzakelijke maatregelen van organisatorische aard te treffen ten behoeve van de noodzakelijke scholing van de werknemer, waaronder het ter beschikking stellen van reguliere arbeidstijd voor studieactiviteiten. Het standpunt van werkgeefster dat de studie een investering in jezelf is en in de avonduren kan plaatsvinden, slaagt derhalve niet. Nu werkgeefster haar verplichtingen ex art. 7:611a BW heeft geschonden, kan de arbeidsovereenkomst niet worden ontbonden op grond van verwijtbaar handelen van werknemer. Ter zitting is gebleken dat werknemer de eerste twee vereiste Wft-diploma’s inmiddels in zijn bezit heeft en de aanvullende diploma’s op korte termijn zal behalen. Omdat werknemer op (zeer) korte termijn weer volledig inzetbaar is, is derhalve ook geen sprake van een zodanige situatie dat redelijkerwijs niet van werkgeefster kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Het ontbindingsverzoek wordt afgewezen.
Deze samenvatting is geschreven door Mr F.J.J. (Jeroen) Snijers en verschenen op Kluwer SmartNewz van 30 mei 2017 (SmartNewz AR 2017/2717)
T: + 31(0)10 277 03 00