Omgevingsvergunning negen vrijstaande woningen bij Vinkeveen; passend in omgeving; geen strijd met goede ruimtelijke ordening
Omgevingsvergunning bouw negen vrijstaande woningen een perceel bij Vinkeveen. Naar het oordeel van rechtbank en Afdeling passen de woningen in de omgeving en zij zijn niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Verder ook geen strijd met gemeentelijk beleid of onevenredige aantasting van de privacy. Na (eerdere) aanpassing van de besluitvorming zijn ook de doorvaartmogelijkheden voldoende gewaarborgd. Hoger beroep ongegrond.
Artikelen: 3:2 Awb, 2.12, lid 1 sub a, ten derde Wabo
Het college van burgemeester en wethouders van Vinkeveen heeft een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van negen vrijstaande woningen op een perceel dat deel uitmaakt van de eilanden aan de oostzijde van Vinkeveen. Aan de noordzijde van het perceel zal 537m2 oppervlaktewater worden gedempt ten behoeve van een ontsluiting en aan de zuidzijde zullen een nieuwe strook water en legakkers worden gemaakt. Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan, dat slechts de bouw van één woning op het perceel toestaat. Voorts overschrijden enkele van de woningen de maximale bouw- en goothoogte. Tot slot passen de ontsluiting aan de noordzijde en de ontgraving aan de zuidzijde niet in het bestemmingsplan.
Omwonende appellanten vrezen afbreuk aan het groene landelijke karakter van de omgeving en aantasting van hun woon-leefklimaat en komen op tegen de vergunningverlening.
Afdeling
De Afdeling is van oordeel dat geen sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening. Zij verwijst naar de ruimtelijke onderbouwing waarin staat dat de bebouwing in de lengterichting is gepland, waardoor rekening wordt gehouden met de oorspronkelijke structuur van het gebied. Door de verschillende kapvormen en groottes ontstaat een gevarieerd beeld en het plan voorziet in doorzichten naar de Vinkeveense Plassen. Door de legakkers ontstaan groene buffers.
Het plan detoneert ook niet in de omgeving door massaliteit als gevolg van de ruime tuinen, legakkers, aanplant van bomen en doorzichten.Aard en omvang van de woningen in relatie tot de oorspronkelijke bewoning zijn voldoende in de besluitvorming meegenomen en afgewogen.Er is geen sprake van strijd met gemeentelijk beleid: de besluitvorming past hier juist in.
De doorvaartmogelijkheden voor appellanten en anderen zijn eveneens voldoende in de besluitvorming meegenomen als gevolg van de aangepaste besluitvorming (procedure rechtbank), zodat deze niet zullen worden beperkt.Weliswaar geldt voor één van appellanten dat als gevolg van de aanpassing van het bouwplan zicht zal ontstaan op zijn woning en tuin, maar dat levert onvoldoende reden op voor weigering van de omgevingsvergunning. Het hoger beroep is ongegrond.
Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.
T: + 31(0)10 277 03 00