Over algemene vergaderingen, agenderingsrecht en koetjes en kalfjes

Het bestuur van een BV of NV bepaalt wanneer er een algemene vergadering komt. Onder omstandigheden kunnen aandeelhouders het bestuur dwingen om een algemene vergadering bijeen te roepen. Het bestuur van de BV of NV bepaalt vervolgens wat er op de agenda voor de algemene vergadering komt. Onder voorwaarden hebben aandeelhouders een agenderingsrecht. Maar wat moet er nou op de agenda? En wat hoeft er niet op de agenda? Of anders gezegd: Waar kunnen aandeelhouders het bestuur toe dwingen, en waartoe niet? Moet over alles vergaderd worden?

Bij een BV hebben aandeelhouders (en andere vergadergerechtigden) met een belang van samen 1% het recht om onderwerpen op de agenda te laten zetten. Dat moet dan wel tijdig. Dat wil zeggen: uiterlijk dertig dagen vóór de algemene vergadering. In de statuten kan een lagere drempel of een kortere termijn worden opgenomen. Tenzij in de statuten anders is bepaald kan het verzoek schriftelijk of elektronisch worden gedaan.

Als aan de hiervoor genoemde voorwaarden is voldaan, dan móet het bestuur de voorgedragen onderwerpen in principe agenderen, of het dat nou leuk vindt of niet. De aandeelhouders die om agendering vragen kunnen dat zonodig in een bodemprocedure of in een kort geding afdwingen. Bij een BV is dat alleen anders als “een zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet”.

Van een “zwaarwegend vennootschappelijk belang” dat zich tegen agendering verzet zal niet snel sprake zijn. Uitgangspunt is dat het in het belang van de BV is dat aandeelhouders hun zeggenschapsrechten goed kunnen uitoefenen.

Voor uitzonderingen op de regel moet gedacht worden aan uitzonderlijke gevallen zoals verzoeken om agendering van agendapunten die niets of bijna niets met de BV en haar onderneming te maken hebben (“koetjes en kalfjes”) of om agendering van zo veel agendapunten dat een normale vergadering onmogelijk wordt. Meer in zijn algemeenheid mogen ook aandeelhouders geen misbruik maken van de rechten die zij hebben, bijvoorbeeld door het agenderingsrecht te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor dat is gegeven, of als zij geen enkel redelijk belang bij agendering hebben. Ook daar zal echter niet snel sprake zijn.

Het hof in Den Haag heeft in navolging van de voorzieningenrecher eerder dit jaar nog één nadere beperking opgelegd. De organen van een vennootschap mogen zich niet begeven op het terrein van andere organen. De algemene vergadering mag zich dus niet bemoeien met bestuurstaken. Dit betekent volgens het hof in Den Haag dat ieder onderwerp ter bespreking op de agenda mag worden gezet, maar dat onderwerpen niet voor stemming geagendeerd mogen worden als zij buiten de bevoegdheden van de algemene vergadering (want binnen de bestuurstaken van het bestuur) vallen, ook niet alleen maar om de stemming onder de aandeelhouders te peilen. De procedure voor het hof in Den Haag betrof wel een NV. Binnen een BV kan de bevoegdheid van de algemene vergadering ruimer zijn als in de statuten voor de algemene vergadering een instructiebevoegdheid is opgenomen.

Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr J.A.J. Werner.

Dit artikel is reeds eerder gepubliceerd op de website Accountant.