Overdrachtsbelasting stijgt naar 10,4%
Dian de Leeuw-den Hoed | 28 september 2022 | Leestijd: ongeveer 2 minuten
De overdrachtsbelasting zal per 1 januari 2023 worden verhoogd van 8% naar 10,4%. Dat maakte het kabinet met Prinsjesdag bekend. Het verlaagde tarief (2%) bij de eigen bewoning blijft gelijk, de grenswaarde voor de startersvrijstelling zal worden verhoogd naar € 440.000,- (nu nog € 400.000,-). Hoe zit het ook alweer met de voorwaarden voor het verlaagde tarief en de startersvrijstelling? In dit artikel een overzicht.
Als een onroerende zaak (woning of bedrijfspand) wordt overgedragen, is de koper bij de levering daarvan overdrachtsbelasting verschuldigd. Op de nota van afrekening van de notaris en in de akte van levering zal staan welk tarief van toepassing is en welk bedrag moet worden betaald.
De overdrachtsbelasting wordt berekend over de waarde van de onroerende zaak. Als de tegenprestatie (koopprijs) hoger is, wordt over dat hogere bedrag de belasting berekend.
Het basistarief is op dit moment 8%. Dit basistarief zal per 1 januari 2023 worden verhoogd naar 10,4%.
Verlaagd tarief
Naast het basistarief is een verlaagd tarief (2%) vastgesteld. Het verlaagde tarief zal in 2023 gelijk blijven. Voor het verlaagde tarief moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- de verkrijger is een natuurlijk persoon (een persoonlijke holding voldoet hier dus niet aan);
- de onroerende zaak betreft een woning;
- de verkrijger zal de woning voor langere tijd (‘anders dan tijdelijk’) als hoofdverblijf gaan gebruiken;
- de verkrijger verklaart voorafgaand aan de verkrijging schriftelijk dat de woning als hoofdverblijf zal worden gebruikt.
De Belastingdienst controleert of de woning inderdaad als hoofdverblijf in gebruik is genomen. Als u de woning eerst gaat verbouwen en pas na de verbouwing de woning betrekt, kan ook een beroep op het verlaagde tarief worden gedaan. Koopt u echter een vakantiehuisje of woning voor (studerende) kinderen, dan voldoet u niet aan het hoofdverblijfcriterium en is het basistarief van toepassing.
Als het verlaagde tarief van toepassing is bij de aankoop van uw woning, dan is dit tarief ook van toepassing op aanhorigheden (zoals een garage) die u tegelijk met de woning verkrijgt. Koopt u later een garage aan, dan zal voor die verkrijging het basistarief gelden.
Koopt u een woning waar u zelf gaat wonen, maar waarvan een gedeelte aan anderen zal worden verhuurd? Dan is het lage tarief alleen van toepassing op het gedeelte dat u zelf bewoont. Voor het gedeelte van de woning dat zal worden verhuurd geldt het basistarief.
Startersvrijstelling
In een poging om de positie van starters op de woningmarkt te verbeteren, werd in 2021 de zogeheten startersvrijstelling ingevoerd. Dat betekent dat er geen overdrachtsbelasting hoeft te worden betaald als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- de onroerende zaak betreft een woning;
- de verkrijger is een natuurlijk persoon, tussen de 18 en 35 jaar oud;
- de verkrijger heeft de vrijstelling nog niet eerder toegepast (en verklaart dit schriftelijk);
- de waarde van de woning is niet hoger dan € 400.000,-. Deze grenswaarde zal per 1 januari 2023 worden verhoogd naar € 440.000,-.
Let op bij de verkrijging van een erfpachtrecht! Voor de waarde van de woning wordt dan ook de waarde van de niet (volledig) afgekochte canon in acht genomen. Door die berekening kan de waarde toch boven het grensbedrag uitkomen, zodat de vrijstelling niet meer van toepassing is.
Bij de aankoop van een appartementsrecht kan de waarde van de woning juist lager uitkomen. U verkrijgt dan een aandeel in het reservefonds van de Vereniging van Eigenaars. Dit aandeel mag worden afgetrokken van de waarde van de woning.
Koopt u de woning gezamenlijk aan? Dan wordt voor iedere verkrijger afzonderlijk bepaald of het verlaagde tarief of de startersvrijstelling van toepassing is.
Heeft u vragen? Neem dan contact op met Dian de Leeuw-den Hoed.
Volg Schaap Advocaten Notarissen op LinkedIn.
T: + 31(0)10 277 03 00