Rechten en plichten rond de Ondernemingsraad (2)

Het fenomeen Ondernemingsraad is uiteraard bekend, maar in de rechtspraktijk blijkt vaak dat niet altijd helder is wat de rechten en plichten van dat orgaan of de leden ervan zijn. Vandaar deze introductie op de regelgeving ten aanzien van de ondernemingsraad, waarvan hier het tweede en afsluitende deel.

De Wet op de ondernemingsraden (WOR) bepaalt in welke gevallen de Ondernemingsraad (OR) een wettelijk advies-of instemmingsrecht heeft. Het is ook mogelijk de rechten en bevoegdheden van de OR in de praktijk uit te breiden door middel van afspraken tussen de ondernemer en de OR. Een voorbeeld van een dergelijke afspraak zou kunnen zijn dat de lijst met besluiten waarvoor advies dient te worden aangevraagd, wordt uitgebreid met andere adviesplichtige onderwerpen. Een ander veelvoorkomende afspraak is dat bepaalde adviesplichtige besluiten vanaf nu ook instemming zouden behoeven.

De WOR bepaalt dat dergelijke nadere afspraken ‘bij schriftelijke overeenkomst’ dienen te worden overeengekomen. Het verdient, om misverstanden te voorkomen, dan ook de voorkeur dergelijke uitbreidingen in heldere taal op te schrijven, zodat partijen daar nog eens goed over kunnen nadenken.

Uit de notulen van de OR-vergaderingen zou eventueel ook kunnen worden afgeleid dat de OR in de loop der tijd meer rechten zou hebben gekregen. Dat blijft tricky, nu notulen een eenzijdige vastlegging van een bijeenkomst zijn en niet de vorm van een contract hebben. Als de notulen ook door de ondernemer zijn geparafeerd, zou daar echter eerder een verworven recht uit kunnen worden afgeleid.

Opzegging
In de praktijk rijst weleens de vraag of dergelijke ‘convenanten’ ook opgezegd kunnen worden. Uiteindelijk is het de rechter die zich daarover dient uit te spreken. Zo had de gemeente Leiden aan haar OR in 1997 vergaande rechten toegekend. Na 7 jaar berichtte de gemeente de OR dat aan de gemaakte afspraken een einde zou komen. Vervolgens nam de gemeente een aantal besluiten, zonder de OR daarover te raadplegen. De OR was het daar niet mee eens, en verzocht de kantonrechter om een oordeel.

De kantonrechter maakte vervolgens een onderscheid tussen contracten voor bepaalde tijd en onbepaalde tijd. Afspraken die tijdens een bepaalde periode gelding zouden hebben, kunnen niet tussentijds worden beëindigd. Het zou immers tot een te vrijblijvende opstelling van de ondernemer leiden indien hij tussentijds onder dergelijke ’tijdelijke’ afspraken uit zou kunnen komen. Convenanten die geen tijdsduur kennen, zouden in principe wel opgezegd kunnen worden. Dan dienen er wel zwaarwichtige redenen te zijn op basis waarvan de ondernemer die afspraken niet langer kan nakomen.

OR-lidmaatschap
Een OR-lid heeft recht op ontslagbescherming. Dat is in de wet strikt genomen geformuleerd als een opzegverbod. Zelfs met een verkregen ontslagvergunning van het UWV kan de arbeidsovereenkomst van een OR-lid desalniettemin niet worden opgezegd. Wel kan er bij de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst worden verzocht.

De reden van het ontslag mag dan niet samenhangen met het OR-lidmaatschap. Een werkgever mag bijvoorbeeld niet overgaan tot ontslag, enkel en alleen omdat een werknemer in zijn hoedanigheid van OR-lid kritiek uit op het gevoerde beleid van zijn baas. Indien er economisch objectieve redenen zijn voor het ontslag (bijvoorbeeld een reorganisatie wegens een slechte financiële situatie) zou ontbinding wel weer mogelijk zijn.

Leden van de OR hebben daarnaast recht op een aantal voorzieningen om alle taken goed te kunnen uitoefenen, zoals kopieerapparatuur, een afsluitbare kast en vergaderruimte. Ook hebben OR-leden recht op training en scholing, het recht om deskundigen voor hun vergadering uit te nodigen, en het recht op een vergoeding voor de gemaakte kosten.

Tot zover een aantal praktisch relevante onderdelen van de wet- en regelgeving rond de OR. Volledigheid kon hier niet nagestreefd worden; onthoud dat de WOR nog vele mogelijkheden herbergt, die in de praktijk niet altijd bekend zijn.

Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr M.A. (Michel) T Schroots.

Deze tekst is als column ook gepubliceerd op www.accountant.nl, de website van de NBA (de beroepsorganisatie voor accountants).