Rekeninghouder failliete Italiaanse bank mag documenten bancaire toezichthouder inzien
In deze prejudiciële verwijzing naar het Europees Hof van Justitie staat de vraag centraal of na een gedwongen liquidatie van een Italiaanse bank, de gedupeerde rekeninghouder toegang krijgt tot documenten van de bancaire toezichthouder betreffende het toezicht op de bank in gedwongen liquidatie. De advocaat-generaal concludeert dat de rekeninghouder toegang krijgt om te kunnen beoordelen of hij een vordering tegen de toezichthouder kan instellen tot schadevergoeding.
Trefwoorden: bank, bancair toezicht, toezichthouder, prejudiciële vraag, inzage stukken, richtlijn 2013/36/EU
X houdt een rekening bij een Italiaanse bank aan. Het aangehouden saldo op de bankrekening bedraagt ruim € 181.000,00. Na een gedwongen liquidatie van de Italiaanse bank ontvangt X – uit hoofde van het Italiaanse depositogarantiestelsel – slechts een bedrag van € 100.000,00. X verzoekt de Italiaanse bancaire toezichthouder om toegang tot documenten betreffende het toezicht op de Italiaanse bank. X vraagt deze documenten teneinde te beoordelen of er relevante gegevens voorhanden zijn op basis waarvan hij de toezichthouder aansprakelijk kan stellen voor de geleden (vermogens)schade door de liquidatie. De toezichthouder verstrekt enkele gevraagde stukken niet. De vraag die partijen verdeeld houdt is of X de beschikking krijgt over stukken, terwijl van een aanhangige civiele of handelsrechtelijke procedure nog geen sprake is.
A-G: In een gelijksoortige verzoek ten aanzien van een gefailleerde beleggingsinstelling verklaarde het Hof op basis van de van toepassing zijnde richtlijn, welke ziet op beleggingsinstellingen, niet uitdrukkelijk dat een procedure reeds aanhangig moet zijn. Hoewel de richtlijnen voor beleggingsinstellingen en kredietinstellingen ten aanzien van informatieverzoeken grotendeels overeenkomt, stelt de advocaat-generaal dat artikel 53 van richtlijn 2013/36 ruimer is geformuleerd en dus de mogelijkheid om gegevens niet openbaar te maken in gevallen waarin een kredietinstelling op grond van een rechterlijke uitspraak wordt geliquideerd, beperkter is.
Van belang is voorts volgens de advocaat-generaal dat het in onderhavige zaak niet mogelijk is om via de curatoren de stukken van de toezichthouder te ontvangen en het niet gaat om (interne) stukken van de Italiaanse bank, maar om stukken van de hand van de toezichthouder.
De advocaat-generaal concludeert dat X toegang tot de documenten krijgt teneinde te beoordelen of een vordering tegen de toezichthouder kans van slagen heeft.
Deze samenvatting is geschreven door Mr M.H. (Martijn) Janssen en is reeds eerder verschenen op Kluwer SmartNewz.
T: + 31(0)10 277 03 00