Schorsing concurrentiebeding vestigingsmanager kinderopvangbedrijf in hoger beroep bekrachtigd
Samenvatting uitspraak Hof Amsterdam, 8 november 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:4436
Werkneemster is in 2008 in dienst getreden bij CompaNanny Schiphol-Rijk, in de functie van Pedagogisch Medewerker. Na enkele promoties is zij per 1 april 2013 Vestigingsmanager geworden bij CompaNanny Amstelveen. In de arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2012 is een concurrentiebeding opgenomen. In dat beding staat – kort gezegd – dat het werkneemster verboden is binnen één jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst, binnen een straal van 20 km, werkzaam te zijn bij een bedrijf gelijksoortig aan dat van werkgever. Na uitdiensttreding op 1 juni 2016 is werkneemster op 6 juni 2016 in dienst getreden bij Kinderhonk te Amsterdam in de functie van Operationeel Manager. Werkneemster vordert in kort geding schorsing van de werking van het concurrentiebeding. De kantonrechter wijst de vordering toe.
In hoger beroep stelt het hof voorop dat in de arbeidsovereenkomst een rechtsgeldig concurrentiebeding is opgenomen. Verder is komen vast te staan dat Kinderdonk een bedrijf voert dat gelijksoortig is aan dat van CompaNanny en dat zij gevestigd is binnen een straal van 20 km van de vestiging van CompaNanny te Amstelveen. In beginsel vallen de door werkneemster voor Kinderhonk verrichte werkzaamheden daarmee onder het bereik van het concurrentiebeding. In het kader van de belangenafweging van art. 7:653 lid 2 (oud) BW stelt het hof allereerst vast dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat werkneemster over (zeer) gevoelige bedrijfsinformatie beschikt. Ook is komen vast te staan dat van directe concurrentie geen sprake is, nu niet gebleken is dat na 6 juni 2016 een kind van CompaNanny is overgestapt naar Kinderhonk. Hoewel het hof er begrip voor heeft dat CompaNanny een (gelet op haar carrièreverloop) succesvolle vestigingsmanager liever niet naar een gelijke of gelijksoortige onderneming ziet vertrekken, acht het hof het objectieve belang van CompaNanny om een dergelijke overstap te kunnen tegenhouden relatief beperkt. Daarentegen is het belang van werkneemster bij Kinderhonk in dienst te kunnen treden of blijven, evident. Bij Kinderhonk heeft werkneemster de positie van Operationeel Manager gekregen: zij werd daarmee verantwoordelijk voor de zeven vestigingen van Kinderhonk. Zij kon dus een duidelijke carrièrestap maken, met de daarbij behorende salarisverhoging. Daar komt bij dat Kinderhonk aan werkneemster de toezegging heeft gedaan dat zij Algemeen Directeur zou kunnen worden. Op geen enkele manier is aannemelijk geworden dat werkneemster er een reëel uitzicht op had een dergelijke positieverbetering bij CompaNanny te kunnen verkrijgen. Het hof acht het dan ook voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat het concurrentiebeding zal worden vernietigd. Het vonnis van de kantonrechter wordt bekrachtigd.
Deze samenvatting is geschreven door Mr F.J.J. (Jeroen) Snijers en verschenen op Kluwer SmartNewz van 8 februari 2017 (SmartNewz AR 2017/634)
T: + 31(0)10 277 03 00