Statuten of aandeelhoudersovereenkomst?

Iris van der Laan  |  1 september 2021  |  Leestijd: ongeveer 3 minuten

Indien verschillende partijen een samenwerking aangaan en in dat kader aandelen in een vennootschap verwerven ofwel een nieuwe vennootschap oprichten, hebben zij doorgaans de behoefte om nadere regels aan deze samenwerking te verbinden. Deze regels kunnen worden opgenomen in de statuten van de vennootschap en/of in een aandeelhoudersovereenkomst. Het antwoord op de vraag of het wenselijker is om dergelijke regels in de statuten van een vennootschap of in een aandeelhoudersovereenkomst op te nemen, zal van geval tot geval verschillen. Hieraan liggen verschillende overwegingen ten grondslag.

 Statuten

De wet bepaalt slechts een beperkt aantal onderwerpen dat moet worden opgenomen in de statuten van een vennootschap, zoals de naam, de zetel en het doel van een vennootschap. De (verdere) regels voor besloten en naamloze vennootschappen zijn grotendeels in de wet verankerd en gelden als uitgangspunt indien daarvan in de statuten niet wordt afgeweken.

De statuten van een vennootschap worden veelal uitgebreid met aanvullende bepalingen. De wet bepaalt bijvoorbeeld dat een aandeelhouder die zijn aandelen in een besloten vennootschap wil vervreemden, deze aandelen eerst dient aan te bieden aan zijn medeaandeelhouders (‘aanbiedingsregeling’). In statuten van besloten vennootschappen zijn vaak nadere regels hieromtrent opgenomen, zoals regels over de prijsbepaling van de aandelen, de aanwijzing van deskundigen en eventuele uitzonderingssituaties op deze aanbiedingsregeling. Daarnaast kan bijvoorbeeld worden opgenomen dat een aandeelhouder zijn aandelen niet mag overdragen gedurende een bepaald aantal jaren te rekenen vanaf de datum van oprichting van de besloten vennootschap (‘lock-up bepaling’).

Aandeelhoudersovereenkomst

In de wet staan diverse basisregels over aandeelhouderschap opgenomen. Indien een vennootschap meerdere aandeelhouders heeft, kan het voor deze aandeelhouders wenselijk zijn om een overeenkomst aan te gaan waarin zij hun verhoudingen tot elkaar nader kunnen regelen en verschillende afspraken met elkaar kunnen maken. Enkele voorbeelden van onderwerpen die nader kunnen worden geregeld in een aandeelhoudersovereenkomst zijn exit-bepalingen, prijsbepalingsregelingen, tag-/drag along-bepalingen, afnameplichten, dividendbepalingen, geheimhoudingsbedingen en non-concurrentiebedingen.

 Keuze tussen statuten en aandeelhoudersovereenkomst

Soms is de keuze om een bepaling ofwel in de statuten van de vennootschap ofwel in een aandeelhoudersovereenkomst op te nemen een lastige. Veel bepalingen kunnen naar hun aard namelijk zowel in de statuten als in een aandeelhoudersovereenkomst worden opgenomen. Zo kan een prijsbepalingsregeling zowel in de statuten worden vastgelegd als in een aandeelhoudersovereenkomst. Een belangrijk verschil is dat bepalingen in statuten ‘vennootschapsrechtelijke werking’ hebben, terwijl bepalingen in een aandeelhoudersovereenkomst in beginsel slechts ‘verbintenisrechtelijke werking’ hebben. Een voorbeeld hiervan is wanneer de algemene vergadering een besluit met een gewone meerderheid neemt, terwijl in de statuten een versterkte meerderheid is voorgeschreven. Dit besluit is (in beginsel) ongeldig. Indien de algemene vergadering conform de statuten een besluit neemt met een gewone meerderheid, terwijl een bepaling in een aandeelhoudersovereenkomst een versterkte meerderheid voorschrijft, dan is dit besluit in beginsel wel geldig maar aantastbaar (‘vernietigbaar’).

De vraag of een statutaire bepaling de voorkeur verdient boven een contractuele regeling (of andersom), valt echter in zijn algemeenheid niet te beantwoorden. Hieronder worden enkele aandachtspunten genoemd, die van belang zijn bij de keuze om een bepaling in de statuten of in een aandeelhoudersovereenkomst op te nemen:

  • Statuten worden gepubliceerd bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel en zijn daarmee openbaar, terwijl de inhoud van een aandeelhoudersovereenkomst aan derden in beginsel niet kenbaar is.
  • Een aandeelhoudersovereenkomst bindt slechts partijen, terwijl statuten in beginsel derdenwerking hebben. Wel kunnen bepalingen uit een aandeelhoudersovereenkomst op grond van de redelijkheid en billijkheid worden afgedwongen door de vennootschap (art. 2:8 BW).
  • Een aandeelhoudersovereenkomst kan in het Engels worden opgesteld, terwijl bij statuten de Nederlandse versie bindend is en de Engelse versie slechts voor vertaaldoeleinden wordt gebruikt.
  • Statutaire regelingen gelden ook voor aandeelhouders die later toetreden, hetgeen niet het geval is bij een aandeelhoudersovereenkomst.
  • Een aandeelhoudersovereenkomst kan slechts worden gewijzigd met instemming van alle partijen, terwijl statuten kunnen worden gewijzigd op basis van een besluit van de algemene vergadering.
  • Voor de wijziging van statuten is een notariële akte vereist, hetgeen bij de wijziging van een aandeelhoudersovereenkomst niet het geval is.
  • Aan statutaire verplichtingen kunnen vennootschapsrechtelijke sancties worden gekoppeld voor het geval deze verplichtingen niet worden nagekomen, zoals de opschorting van stem- en dividendrecht. Contractueel zijn deze sancties in beginsel niet met vennootschapsrechtelijke werking mogelijk.

Heeft u vragen? Neem dan contact op met Iris van der Laan

Volg Schaap Advocaten Notarissen op LinkedIn.