Onlosmakelijke verbondenheid
Het kappen van 27 witte paardenkastanjes is niet onlosmakelijk verbonden met de reconstructie van een weg; het kappen van de bomen vindt plaats voordat de reconstructiewerkzaamheden aanvangen, zodat sprake is van twee fysiek van elkaar te onderscheiden activiteiten.
Casus
Bij besluit van 5 oktober 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hillegom (B&W) aan de gemeente Hillegom een vergunning verleend voor het kappen van 27 witte paardenkastanjes te Hillegom. B&W verklaart het door twee appellanten daartegen ingestelde bezwaar ongegrond. De rechtbank verklaart de beroepen van appellanten eveneens ongegrond bij uitspraak van 21 november 2012.
Appellanten gaan in hoger beroep en betogen onder andere dat de omgevingsvergunning voor het kappen van de bomen onlosmakelijk samenhangt met de reconstructie van de N208. De reconstructie kan immers niet plaatsvinden voordat de bomen zijn gekapt.
Oordeel Afdeling
Naar het oordeel van de Afdeling is geen sprake van onlosmakelijke verbondenheid tussen de kap van de kastanjes en de reconstructie van de weg. Het kappen van de bomen gaat immers vooraf aan de reconstructie van de weg, zodat het om twee fysiek van elkaar te scheiden activiteiten gaat. Dat de reconstructie niet kan plaatsvinden voordat de bomen zijn gekapt en dat herplanten van de bomen in dit geval niet eenvoudig is, leidt niet tot een ander oordeel.
Commentaar
Van onlosmakelijke verbondenheid is alleen sprake indien een activiteit niet kan plaatsvinden zonder dat tegelijkertijd een andere activiteit plaatsvindt, zoals: het slopen van een monument – het slopen is dan niet mogelijk zonder dat tegelijkertijd het monument wordt aangetast – of het bouwen/ oprichten/veranderen/uitbreiden van een inrichting – tegelijk met de bouw wordt dan ook de (uitbreiding of wijziging van de) inrichting tot stand gebracht. Indien de activiteiten echter feitelijk van elkaar kunnen worden gescheiden, – zoals in dit geval: de kap gaat immers vooraf aan de reconstructie van de weg – is geen sprake van onlosmakelijke verbondenheid als bedoeld in artikel 2.7 Wabo, zodat voor de verschillende activiteiten dan ook afzonderlijk vergunningen kunnen worden gevraagd en verkregen.
Mogelijk maakt het kappen van de bomen naar de mening van appellanten onlosmakelijk deel uit van de werkzaamheden die moeten worden verricht om de reconstructie van de wet mogelijk te maken, maar de wetgever heeft een dergelijke uitleg van onlosmakelijke verbondenheid niet bedoeld. In artikelen 2.1 en 2.2 Wabo staan de verschillende categorieën activiteiten vermeld.
Slechts wanneer een aanvraag betrekking heeft op twee of meer van de daar genoemde activiteiten die niet zonder elkaar kunnen worden aangevraagd, omdat uitvoering van de ene activiteit tegelijk uitvoering van de andere activiteit inhoudt, is sprake van onlosmakelijke verbondenheid, zodat de activiteiten gezamenlijk moeten worden aangevraagd en vergund. De wetgever heeft artikel 2.7 in de Wabo opgenomen in plaats van tal van coördinatie en aanhoudingsregelingen die in vroegere wetgeving stonden (zoals voor bouwen en milieu e.d.).
Voor de volledige tekst van deze uitspraak klik hier
Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters (via nummer 010 – 2770495 of per e-mail kolsters@schaap.eu) of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket (via nummer 010 – 2770495 of per e-mail lohr@schaap.eu).
Commentaar op de uitspraak en op andere aangelegenheden inzake het bouwrecht is tevens te vinden op http://www.ibr.nl
Bron: Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State 201211863/1/A1, ECLI:RVS:2013:1720
T: + 31(0)10 277 03 00