Tussenuitspraakopdracht motivering bouwhoogte woningen bestemmingsplan niet opgevolgd: vernietiging deel plan, nieuwe opdracht raad met dwangsom

Tussenuitspraak Afdeling: raad heeft bouwhoogte (4m) onvoldoende gemotiveerd. Herstel van dat gebrek binnen zesentwintig weken na tussenuitspraak, inclusief bekendmaking. Wel herstelbesluit voor de bouwhoogte (nu 7,5m), geen tijdige bekendmaking of inwerkingtreding. Afdeling verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestemmingsplan op het punt van de bouwhoogte (4m), draagt de raad op met inachtneming van tussenuitspraak en deze uitspraak het herstelbesluit alsnog binnen twee weken correct bekend te maken en legt hiervoor een dwangsom op.

Artikelen: 3.8 Wro, 3:40, 3:42, 3:43, 3:44, 3:45 en afdeling 3.7 Awb, 8:72 Awb

Bij tussenuitspraak van 27 januari 2016 heeft de Afdeling geoordeeld dat de raad in de vaststelling van het bestemmingsplan onvoldoende heeft gemotiveerd waarom op de gronden met bestemming “Wonen-woonwagenstandplaats” slechts een bouwhoogte van 4m was toegestaan. Dat gebrek diende de raad binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak te herstellen. De raad diende tevens de wijzigingen van het besluit op de voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te delen.

De raad heeft de Afdeling per brief van 14 juli 2016 laten weten te hebben besloten de bouwhoogte te wijzigen in 7,5m. Wegens amendering in de raad was bekendmaking van het herstelbesluit niet mogelijk. Verder heeft de raad niets aan de Afdeling laten weten, ook niet na de brief van de Afdeling van 22 november 2016 met het bericht dat het herstelbesluit alsnog op de voorgeschreven wijze bekend moest worden gemaakt.

ABRVS:
De Afdeling verwijst naar artikelen 3.8 Wro en 3:40 en 3:42 Awb. Daarin staat dat bekendmaking van de vaststelling van een bestemmingplan binnen twee weken na vaststelling moet plaatsvinden, hoe bekendmaking geschiedt en dat een besluit niet in werking treedt voordat het is bekendgemaakt. De Afdeling stelt vast dat het herstelbesluit niet in werking is getreden en dat de raad niet heeft voldaan aan de tussenuitspraak van 27 januari 2016.

Vervolgens verklaart de Afdeling het beroep tegen de vaststelling van het bestemmingsplan van 22 april 2015 gegrond en zij vernietigt het besluit voor wat betreft de maximum bouwhoogte van 4m. De Afdeling draagt de raad op met inachtneming van tussenuitspraak en deze uitspraak het herstelbesluit alsnog op de juiste wijze bekend te maken binnen twee weken na deze uitspraak, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor ieder dag dat de raad in gebreke blijft de uitspraak na te leven, met een maximum van € 50.000,00. De raad wordt tevens veroordeeld in de proceskosten.

Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.