Vaststelling uitwerkingsplan en omgevingsvergunning houden naar verwachting stand: geen voorlopige voorziening

Voorzieningenrechter Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State 13 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1236 

Vaststelling uitwerkingsplan en verlening omgevingsvergunning voor bouw 24 appartementen en kerk. Naar verwachting geen noemenswaardige schaduwwerking, geen verkeersoverlast door plannen, geen stedenbouwkundig niet passende bouw, geen strijd met uitwerkingsregels, geen nodeloze kerk. Conclusie: geen aanknopingspunten voor de verwachting dat de bestreden besluiten in de bodemprocedure geen stand kunnen houden.

Artikelen: 3.30, 3.32 Wro

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht stelt een uitwerkingsplan vast en verleent vergunning voor de bouw van een kerk en 24 appartementen.

Omwonenden hebben bezwaar tegen de plannen. Zij stellen beroep in en doen een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Zij vrezen voor vermindering van licht en zon en voor verkeersoverlast. Verder achten zij de plannen stedenbouwkundig niet passend en zij stellen dat de zichtlijn naar een park ten onrechte niet voor alle woningen behouden blijft. De bouw van de kerk achten zij niet nodig.

Voorzieningenrechter Afdeling
De voorzieningenrechter concludeert dat uit het bezonningsonderzoek blijkt dat geen sprake is van noemenswaardige schaduwwerking voor omwonenden, nu in voor- en najaar tot uiterlijk 10.00 uur sprake is van schaduw bij de woningen en in de winter tot ca. 11.00 uur. In de zomer is geen sprake van schaduwwerking als gevolg van het plan. Verminderde daglichttoetreding hebben appellanten niet aannemelijk gemaakt.

Voor de vrees van verkeersoverlast in de straat van omwonenden constateert de voorzieningenrechter dat de huidige verkeerstoename niet wordt veroorzaakt door de besluiten, maar door andere ontwikkelingen. De plannen leiden naar verwachting niet tot een zodanige verkeerstoename dat een onaanvaardbare verkeerssituatie zal ontstaan.

Dat het plan stedenbouwkundig niet passend zou zijn vanwege hoogbouw tegenover laagbouw, vormt naar verwachting evenmin een hindernis, nu in de omgeving meer hoogbouw wordt gerealiseerd en de maximale hoogte ruim beneden de maximumhoogte van 23 meter blijft.
De zichtlijn naar het park blijft voor een groot aantal woningen behouden en is volgens de voorzieningenrechter in overeenstemming met de regels.
Naar de noodzaak voor de bouw van de kerk is voldoende onderzoek gedaan, zodat het plan op dit punt naar verwachting niet gebrekkig zal zijn.
De overige beroepsgronden bieden appellanten ook geen soelaas: volgt afwijzing van het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening.

Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.