Vaststelling wijzigingsplan: goed woon- en leefklimaat voldoende verzekerd, verkeerssituatie acceptabel

Ongegrond beroep tegen vaststelling wijzigingsplan uitbreiding melkveebedrijf. Goed woon- en leefklimaat voldoende verzekerd: geen gemotiveerde bezwaren luchtkwaliteit en afstandsnorm Wet geurhinder en veehouderij nageleefd. Geen onevenredige toename verkeersbewegingen of verkeersonveilige situatie. Verwachte waardevermindering niet zodanig dat hiermee meer rekening houden bij belangenafweging. Overwegingen mindere geschiktheid alternatieve locaties niet bestreden.

Artikelen: 3.6 Wro, 3:2 en 3:46 Awb; 4 Wgv; Afdeling 3.5 Activiteitenbesluit

Vaststelling van een wijzigingsplan, conform een in het bestemmingsplan opgenomen mogelijkheid, betreffende de uitbreiding van een melkveebedrijf. Omwonenden gaan in beroep. Zij vrezen overlast als gevolg van de uitbreiding.

Afdeling
De Afdeling overweegt allereerst (standaardoverweging) dat met het bestaan van de wijzigingsbevoegdheid de planologische aanvaardbaarheid van de nieuwe bestemming in beginsel een gegeven is, mits is voldaan aan de bij het bestemmingsplan gestelde wijzigingsvoorwaarden. De vaststelling van een wijzigingsplan is echter een bevoegdheid en niet een plicht, zodat het college ook dient na te gaan of de wijziging strookt met een goede ruimtelijke ordening.

Appellanten vrezen voor verslechtering van de luchtkwaliteit, maar tegen de motivering in de plantoelichting dat en waarom vanuit luchtkwaliteit geen bezwaren bestaan, hebben zij niets ingebracht.

Conform de Wet geurhinder en veehouderij is de afstand van het bouwvlak tot de dichtstbijzijnde gevoelige bestemming meer dan 50 meter, zodat is voldaan aan de afstandsvereisten. Appellanten stellen dat de norm slechts een adviesnorm is en dat het hier een groot openterrein betreft waar de wind vrij spel heeft, zodat een grotere afstand nodig zou zijn. Die omstandigheden acht de Afdeling echter verdisconteerd in de regelgeving.

De klachten over onevenredige verkeerstoename en verkeersonveiligheid als gevolg van de wijziging verwerpt de Afdeling met verwijzing naar plantoelichting (de weg is erop berekend) en nadere motivering door het college (constantere verkeersbewegingen, losliggende fietspaden).

Een zodanige waardevermindering dat deze een grotere rol had moeten spelen in de belangenafweging is er naar verwachting niet en de melkveehouderij heeft voldoende toegelicht waarom het wijzigingsplan beter is dan alternatieven.

Tot slot zijn argumenten van potentiële bodemverontreiniging en planschade bij de vaststelling van de wijziging niet relevant.

Volgt ongegrondverklaring van het beroep.

Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.