Verjaring bij een voortdurende schadeveroorzakende gebeurtenis

Mr J.J. (Ian) Linker  |  13 juni 2019  |  Leestijd: ongeveer 2 minuten

Een vordering kan verjaren. Dit betekent dat die vordering na het verloop van een bepaalde periode niet meer bij de schuldenaar kan worden afgedwongen. Een vordering tot vergoeding van schade verjaart 5 jaar nadat de benadeelde bekend is geworden met de schade en met de persoon die aansprakelijk is. Verjaring is in elk geval aan de orde als een periode van 20 jaar is verstreken na de ‘gebeurtenis’ waardoor de schade is veroorzaakt. Maar hoe zit het als die gebeurtenis niet tot één moment is te herleiden, maar een voortdurend karakter heeft? In dat geval begint de termijn van 20 jaar pas te lopen zodra die gebeurtenis echt is opgehouden te bestaan.

In een zaak die leidde tot het arrest van de Hoge Raad van 22 maart 2019 speelde het volgende. Naast een flatgebouw in Zandvoort zijn parkeerplaatsen aangelegd. De oprit naar die parkeerplaatsen bevindt zich op straatniveau. De parkeerplaatsen zelf liggen ongeveer anderhalve meter hoger.

Scheefgezakte muur

Tussen de parkeerplaatsen en de naastgelegen parkeergarage staat een muur. In april 2015 is vastgesteld dat die muur scheef stond. De gemeente Zandvoort heeft de eigenaar van de parkeergarage opgedragen de scheefstand op te lossen. Uit onderzoek naar de oorzaak van de scheefstand bleek dat de grond onder de oprit naar de parkeerplaatsen tegen de muur heeft gedrukt. Daardoor is deze muur scheef gaan staan. Bij de aanleg van de oprit in 1974 is namelijk geen grondkerende constructie aangebracht. De eigenaar van de parkeergarage vordert dat de eigenaar van het flatgebouw wordt verplicht de schade te vergoeden die de parkeergarage lijdt door de gebrekkige oprit. Daarnaast vordert de eigenaar van de parkeergarage dat de flatgebouw-eigenaar wordt verplicht een grondkerende constructie aan te brengen.

Beroep op verjaring

De flatgebouw-eigenaar verweert zich onder meer met een beroep op verjaring. Een vordering tot schadevergoeding verjaart 5 jaar nadat de schade en de aansprakelijke persoon bekend is geworden. Die vordering verjaart in elk geval door verloop van 20 jaar na de ‘gebeurtenis’ waardoor de schade is veroorzaakt. De vordering verjaart dus ook als er geen bekendheid is met de schade en/of de aansprakelijke persoon. De oprit is in 1974 aangelegd, dus is de vordering in elk geval in 1994 verjaard – zo redeneert de flatgebouw-eigenaar.

‘Gebeurtenis’: niet tot één moment te herleiden

In deze zaak is echter als de schadeveroorzakende ‘gebeurtenis’ vastgesteld: de aanwezigheid van een oprit zonder grondkerende voorziening en de gronddruk die het gewicht van de oprit is blijven uitoefenen op de muur. Er is daarom volgens de Hoge Raad sprake van een voortdurend karakter, waardoor deze gebeurtenis niet tot één moment kan worden herleid. De 20-jarige termijn begint dan ook pas te lopen zodra die gebeurtenis is opgehouden te bestaan. Het is denkbaar dat de gebeurtenis nog steeds voortduurt en de verjaringstermijn dus nog niet is gestart. Hierover zal later nog moeten worden geoordeeld.

Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, dan kunt u contact opnemen met Mr J.J. (Ian) Linker.

Volg Schaap Advocaten Notarissen op LinkedIn.