Verzoeken om de statuten van uw organisatie te wijzigen. Uw lot in handen van de rechter.

Het wijzigen van de statuten van uw stichting gaat niet zomaar; daar is een procedure aan verbonden. Maar soms staat in de statuten dat u die überhaupt niet mag wijzigen. Bij de rechter aankloppen met het verzoek de statuten te mogen wijzigen, gebeurt dan ook met enige regelmaat. Wat moet u doen om de statuten van uw stichting te mogen wijzigen, als die voorschrijven dat het niet mogelijk is? En moet u altijd de gang naar de rechter maken om dit voor elkaar te boksen?

Het kan gebeuren dat de statuten van uw stichting, om wat voor reden dan ook, gewijzigd moeten worden. Als het niet mogelijk is om zelf de statuten van een stichting te wijzigen, kunt u een verzoek tot statutenwijziging bij de rechter indienen. Het wijzigen van de statuten is gewenst als die bijvoorbeeld onduidelijkheden bevatten of als de statuten onuitvoerbaar zijn (geworden). Het is niet vanzelfsprekend dat de rechter zo’n verzoek om de statuten te mogen wijzigen goedkeurt. Soms kent de rechter het verzoek toe, in andere gevallen juist weer niet. Hierover is inmiddels de nodige rechtspraak ontstaan. Wanneer wijst de rechter een verzoek tot statutenwijziging toe en op welke gronden?

Overkoepelend
De statuten van uw stichting bepalen of het wijzigen van de statuten mogelijk is en wie de bevoegdheid heeft om dit te doen. Veelal is het bestuur van een organisatie daartoe bevoegd, maar niet in alle gevallen. Bij sectorspecifieke non-profitorganisaties, zoals woningcorporaties, heeft de raad van toezicht meestal de bevoegdheid om statuten te wijzigen. In andere gevallen is in de statuten zelfs opgenomen dat de bevoegdheid tot het wijzigen is toegewezen aan een derde partij, bijvoorbeeld aan een overkoepelende organisatie. Als iemand een stichting opricht, kan de oprichter zelf bepalen of het mogelijk is om de statuten achteraf te wijzigen. Het is mogelijk om statutenwijziging helemaal uit te sluiten of slechts het aanpassen van bepaalde artikelen mogelijk te maken, bijvoorbeeld het doel van de stichting of de wijze van benoemen van bestuurders. Het kan voorkomen dat uw stichting pas na jaren de wens heeft om de statuten te wijzigen, maar dit statutair is uitgesloten. In dat geval kan de rechter worden verzocht om alsnog de statuten te wijzigen.

Wie doet het verzoek?
Het verzoek aan de rechter kan worden gedaan door een oprichter, het bestuur of het Openbaar Ministerie (OM). Daarbij is van belang of de huidige statuten leiden tot gevolgen die bij de oprichting redelijkerwijs niet gewild kunnen zijn.Omstandigheden
Als de stichting jaren geleden is opgericht, dan moet de rechter aan de hand van de huidige omstandigheden, beoordelen wat de wil van de oprichter was. Daarbij dient de rechter zo min mogelijk af te wijken van de bestaande statuten.

Onduidelijk
Zeer recent werd het gerechtshof te Amsterdam verzocht om de statuten van de Stichting Turks Islamitisch Sociaal Cultureel Centrum Amsterdam-Noord te wijzigen. In de statuten van deze stichting was opgenomen dat de bestuurders enerzijds werden benoemd door een andere organisatie, maar dat het bestuur anderzijds zelf de vacatures diende te verzorgen. Bovendien was de bewuste andere organisatie al geruime tijd niet meer actief. Vanwege de onduidelijkheid in de statuten verzocht het bestuur de rechter om de statuten te wijzigen. Hoewel de rechtbank in eerste instantie dit verzoek afwees, heeft het gerechtshof het verzoek toch goedgekeurd. Het gerechtshof oordeelde dat de onduidelijkheid over het benoemen van bestuurders en de daaruit voortvloeiende problematiek redelijkerwijs onbedoelde gevolgen waren, waar bij het oprichten van de statuten niet aan was gedacht. Dat was voor de rechter voldoende om de statutenwijziging goed te keuren.

Tijdsgeest
In 2006 moest het gerechtshof te Arnhem oordelen over de volgende situatie: in 1906 had een eigenaar van een steenfabriek een woningstichting opgericht. De eigenaar wilde op deze manier de werknemers van de fabriek voorzien van woningen. Op grond van de statuten van de woningstichting werd het de bewoners verboden om alcohol in huis te hebben. De fabriek was op het moment van de statutenwijziging in 2006 echter allang gesloten. Bovendien was een dergelijk alcoholverbod in het algemeen niet meer passend. Kortom, het doel van de stichting zoals het de oprichters voor ogen stond was in de huidige tijdsgeest niet meer reëel. Omdat de doelomschrijving in de statuten door tijdsverloop was achterhaald, wees het gerechtshof het verzoek tot statutenwijziging toe.

Bedoeling
Een andere zaak werd in 2013 onder de aandacht van de rechtbank Gelderland gebracht. De Stichting Parousie had als doel om geestelijke gezondheidszorg aan personen te bieden die behoorden tot de gereformeerde stroming. Naast het bestuur had de stichting een raad van toezicht, waarvan de leden werden benoemd door de raad zelf. Doordat de gehele raad van toezicht op een bepaald moment aftrad, kwam de stichting zonder toezichthouders te zitten. De stichting verzocht de rechtbank om nieuwe bestuurders te benoemen, maar dit verzoek werd door de rechter afgewezen, omdat hij daar niet bevoegd toe was. De rechtbank kende wel het verzoek tot statutenwijziging toe. Volgens de rechtbank kon het bij de oprichting van de stichting redelijkerwijs niet de bedoeling zijn geweest dat de stichting door de inhoud van de statuten zonder toezichthouders zou komen te zitten.

Dierenbescherming
In 1993 liet een weldoenster geld na aan een afdeling van de Dierenbescherming. Deze afdeling bracht de nalatenschap vervolgens onder in een aparte stichting. Door een fusie ging de afdeling vervolgens op in de Dierenbescherming en hield de afdeling op te bestaan. In de statuten van de aparte stichting was opgenomen dat statutenwijziging alleen mogelijk was met goedkeuring van de (niet meer bestaande) afdeling. Dit goedkeuringsrecht was door de fusie niet overgegaan op de Dierenbescherming. Ook was het door de fusie niet meer mogelijk om nieuwe bestuurders te benoemen. Bij het verzoek tot statutenwijziging keek het hof Arnhem-Leeuwarden in 2016 naar de wil van de oprichter van de stichting en oordeelde dat de diverse rechten toekwamen aan verschillende instanties, waaronder de Dierenbescherming. Het gerechtshof maakte in deze zaak zelf een belangenafweging.

Soms is het einde oefening
De rechter is niet verplicht om een verzoek tot statutenwijziging toe te kennen. Indien de rechter het verzoek om de statuten te wijzigen afwijst, dan zou de rechter zelfs de stichting zelfstandig kunnen ontbinden.Middenweg
Dat overkwam de Stichting Islamitisch Sociaal Cultureel Centrum in 1998, toen de rechter oordeelde dat het doel van deze stichting onbereikbaar was geworden. Er bestaat overigens ook een middenweg: de rechter kan besluiten de statuten wel te wijzigen, maar anders dan verzocht.

Doel
Een ander voorbeeld heeft betrekking op de in 1956 opgerichte Stichting Fonds Nederlands Sanatorium te Davos. De stichting had als doel het steunen van de Vereniging Nederland Davos. Deze vereniging ondersteunde weinig vermogende Nederlanders die lijden aan ziekten aan de ademhalingsorganen. Door ontwikkelingen in de medische wetenschap gebruikte de vereniging het geld dat zij van de stichting kreeg niet meer voor de doelstellingen die eerder door de oprichter waren beoogd. De stichting wilde daarom haar doelstelling uitbreiden en diende hiervoor een verzoek bij de rechter in. Het gerechtshof te Amsterdam kende dit verzoek in 2016 toe. Dit omdat handhaving van de statutaire doelstelling zou leiden tot gevolgen die bij de oprichting (zestig jaar eerder!) niet waren gewild. Door wijziging van de statuten paste deze doelstellingen in de huidige tijd en konden de activiteiten van de stichting op professionele wijze worden voortgezet.

Uitgangspunt
De in dit artikel genoemde uitspraken zijn slechts enkele voorbeelden van de verschillende redenen voor rechters om een statutenwijziging toe te staan. Het uitgangspunt in dit soort zaken blijft dat handhaving van de huidige statuten niet mag leiden tot gevolgen die bij de oprichting van de stichting redelijkerwijs niet de bedoeling kunnen zijn geweest. Welke gevolgen de ongewijzigde statuten hebben voor een stichting, zal in ieder specifiek geval weer anders zijn. Een ding moge duidelijk zijn: bij het oprichten van een nieuwe stichting zullen oprichters er zich dus heel goed bewust van moeten zijn dat het beperken of niet toestaan van een statutenwijziging op (lange) termijn kan leiden tot een gang naar de rechter.

Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr R.X.J. (Xander) Blokzijl of Mr C. (Caroline) Hoogendijk.

Dit artikel is tevens verschenen in het tijdschrift voor non-profitorganisaties Bestuur Rendement 2017-8, augustus 2017.