Welstandtoets en belangenafweging voor toestaan kiosk ten onrechte achterwege gelaten

Het college heeft bij de vergunningverlening voor een kiosk ten onrechte niet beoordeeld of de kiosk in strijd is met redelijke eisen van welstand. De kiosk is een tijdelijk bouwwerk voor een bepaald seizoen, waarvoor de welstandtoets geldt. Verder heeft het college van Zandvoort ten onrechte een belangenafweging achterwege gelaten. Dat bij het bestemmingsplan al een belangenafweging heeft plaatsgevonden, maakt niet dat dit bij de vergunningverlening niet meer hoefde.

Artikelen: 2.1, lid 1, sub a en c; 2.10, lid 1 sub d en 2.12, lid 1, aanhef en sub a Wabo; 6:19 Awb

Eiseres heeft – evenals een andere eiser in een eigen, maar gerelateerd beroep (zie ECLI:NL:RBNHO:2017:7277) – bezwaar tegen een kiosk die het college aanvankelijk vlak bij haar huis heeft vergund. Volgens het bestemmingsplan heeft de locatie van de kiosk de bestemming “verkeer-verblijfsgebied”. Het bestemmingsplan bevat een mogelijkheid voor afwijking ten behoeve van kiosken.

Het college heeft de primaire besluitvorming inmiddels aangepast naar aanleiding van een nieuwe aanvraag, waardoor de kiosk verder van de woning van eiseres is vergund. Tegen dat nieuwe besluit heeft eiseres geen bezwaar. De aanpassing van de besluitvorming is echter nog niet definitief (hiertegen is door anderen bezwaar gemaakt) en de kiosk heeft er al één seizoen mogen staan, zodat eiseres ondanks het gewijzigde besluit procesbelang heeft.

Rechtbank Noord-Holland
Het college heeft ten onrechte niet beoordeeld of de kiosk in strijd is met de redelijke eisen van welstand. Volgens artikel 2.10 Wabo dient een welstandtoets in beginsel plaats te vinden, tenzij het gaat om een tijdelijk bouwwerk dat niet seizoensgebonden is. In dit geval is de vergunning verleend voor drie jaar en gedurende de periode mei tot oktober. Die vergunning is daarmee verleend voor een tijdelijk bouwwerk en voor een bepaald seizoen, zodat de uitzondering op de welstandtoets niet opgaat. Het beroep is op dit punt gegrond.

Het college heeft eveneens ten onrechte een belangenafweging achterwege gelaten. De planregels bepalen dat kiosken alleen bij de aanduiding “parkeergarage” mogen staan. De planregels bevatten een mogelijkheid om op andere plaatsen ontheffing te verlenen voor diverse kiosken. Daarmee heeft het college een discretionaire bevoegdheid gekregen voor het verlenen van ontheffing. Bij het gebruik van die bevoegdheid dient het college dan echter wel de relevante belangen af te wegen, zoals het belang van eiseres om niet onevenredig te worden getroffen door de plaatsing van een kiosk vlakbij haar woning.

De rechtbank draagt het college op opnieuw te beslissen op het bezwaar van eiseres, waarbij het college, in samenhang met de bezwaren van anderen tegen de nieuwe primaire beslissing over de plaats van de kiosk, een afgewogen beslissing kan nemen over de bezwaren tegen beide locaties van de kiosk.

Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr A.J.N. (Hanneke) Kolsters of Mr E. (Ellen) Lohr-Henket.