Werknemer moet authenticiteit brief werkgever waarin hem wordt toegestaan bij een relatie in dienst te treden bewijzen
Samenvatting uitspraak Hof Den Haag, 17 mei 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1308
Werknemer is met ingang van 3 oktober 2006 bij Agaf in dienst getreden als boekhoudkundig medewerker. In de schriftelijke arbeidsovereenkomst is een relatiebeding en een boetebeding opgenomen. Op 1 mei 2012 is de arbeidsovereenkomst tussen Agaf en werknemer met wederzijds goedvinden geëindigd. Met ingang van dezelfde datum is werknemer in dienst getreden bij Kyoto Cooling, die op dat moment een klant was van Agaf. In eerste aanleg vordert Agaf (en nadien: de curator) onder meer een verklaring voor recht dat werknemer toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verbintenissen uit het relatiebeding en veroordeling tot betaling van verbeurde boetes. De arbeidsovereenkomst tussen werknemer en Kyoto Cooling is per 1 maart 2013 ontbonden. De kantonrechter heeft bij vonnis van 17 juli 2013 werknemer toegelaten te bewijzen dat de directeur van Agaf toestemming heeft gegeven aan werknemer om in dienst te treden van Kyoto Cooling. Op 29 april 2014 is Agaf in staat van faillissement verklaard. De kantonrechter oordeelt dat werknemer niet is geslaagd in het leveren van het op hem gelegde bewijs. Bij vonnis van 14 januari 2015 verklaart de kantonrechter voor recht dat werknemer toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verbintenissen uit het relatiebeding en veroordeelt hem tot betaling van een bedrag van € 5.000,– aan boetes.
In principaal hoger beroep vordert werknemer vernietiging van de vonnissen van 17 juli 2013 en 14 januari 2015. Werknemer beroept zich in hoger beroep op een brief van 8 februari 2012, waarmee hij wil aantonen dat hij toestemming had van de directeur van Agaf om bij Kyoto Cooling in dienst te treden. Volgens werknemer is deze brief door hem en de directeur ondertekent. De curator betwist dat de gestelde afspraak is gemaakt en dat de brief authentiek is.
Het hof overweegt als volgt. Indien deze brief authentiek is levert deze dwingend bewijs op van de wetenschap van Agaf dat werknemer bij Kyoto Cooling in dienst zou treden. Die wetenschap kan relevant zijn voor de beoordeling van de stelling van werknemer dat hij van Agaf toestemming had bij Kyoto Cooling in dienst te treden. De curator heeft de echtheid van deze brief gemotiveerd betwist zodat het aan werknemer is die echtheid aan te tonen. Het hof overweegt een deskundige in te schakelen voor een onderzoek naar de echtheid van de handtekening van de directeur van Agaf onder aan de brief. Voor een dergelijk onderzoek is in de regel nodig dat het origineel van de brief ter beschikking wordt gesteld aan de deskundige, evenals het nodige aan (origineel) vergelijkingsmateriaal. Het hof stelt werknemer in de gelegenheid zich bij akte uit te laten over de vraag of en in hoeverre hij over deze stukken kan beschikken. Voor zover werknemer niet over bedoelde stukken kan beschikken dient hij aan te geven hoe hij dan denkt bewijs te kunnen leveren van de echtheid van bedoeld stuk. De curator zal daarop bij akte mogen reageren. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Deze samenvatting is geschreven door Mr F.J.J. (Jeroen) Snijers en verschenen op Kluwer SmartNewz van 21 juli 2016 (Smartnewz AR 2016/2116)
T: + 31(0)10 277 03 00