Wet Werk en Zekerheid (WWZ) deel 1: proeftijdbeding

Op dit moment ligt het wetsvoorstel Wet Werk en Zekerheid (33 818) ter behandeling bij de Eerste Kamer. Dit wetsvoorstel heeft tot doel het arbeidsrecht ingrijpend aan te passen aan veranderende arbeidsverhoudingen in de samenleving.

Zoals het er nu naar uitziet, is het de bedoeling dat de wet gefaseerd in werking treedt: (een deel van) de bepalingen die betrekking hebben op de zgn. flexwerkers c.q. bepaalde tijd contracten per 1 januari 2015 (aanvankelijk was beoogd 1 juli 2014), de wijzigingen van het ontslagrecht met ingang van 1 juli 2015 en de WW vanaf 1 juli 2015/1 januari 2016.

De voor de praktijk meest relevante wijzigingen per 1 januari a.s. zijn de artikelen omtrent het proeftijdbeding, het concurrentiebeding en de (nieuwe) zgn. aanzeggingsplicht. Om een goed beeld te schetsen van wat er gaat veranderen, zullen voormelde onderwerpen in deze en komende bijdragen nader worden behandeld. In deze eerste bijdrage komt het proeftijdbeding aan de orde.

Proeftijdbeding
In veel arbeidsovereenkomsten is een proeftijdbeding opgenomen. Het doel van een proeftijd is werkgever in de gelegenheid te stellen inzicht te verkrijgen in de werkwijze en het gedrag van de werknemer. Ter bescherming van de werknemer heeft de wetgever in artikel 7:652 BW nadere regels opgesteld omtrent het proeftijdbeding.

Huidig recht
Volgens het huidige recht is het mogelijk om bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd korter dan twee jaar een proeftijd overeen te komen van één maand en bij een arbeidovereenkomst voor bepaalde tijd voor twee jaar of langer een proeftijd van twee maanden. Bij CAO kan van de proeftijd van één maand worden afgeweken. Dat wil zeggen dat de maximale proeftijd van één maand (bij arbeidsovereenkomsten van korter dan twee jaar) bij CAO weer kan worden verlengd tot twee maanden.

(Beoogde) wijzigingen
Indien het wetsvoorstel Wet Werk en Zekerheid in werking treedt, zal het volgens het nieuwe artikel 7:652 BW niet meer toegestaan zijn om een proeftijdbeding overeen te komen bij

arbeidsovereenkomsten van zes maanden of korter. Een dergelijke proeftijd zal nietig (lees: niet geldig) zijn. De duur van proeftijdbedingen bij arbeidsovereenkomsten van meer dan zes maanden blijft ongewijzigd. Dat wil zeggen, bij arbeidsovereenkomsten van langer dan zes maanden, maar korter dan twee jaar, mag een proeftijd van maximaal één maand worden overeengekomen. Bij arbeidsovereenkomsten van twee jaar of langer mag de overeengekomen proeftijd maximaal twee maanden zijn. Bij CAO blijft de mogelijkheid om ten nadele van de werknemer af te wijken, maar de ‘afgeweken’ proeftijd mag niet langer dan twee maanden bedragen.

Daarnaast worden in het nieuwe wetsartikel bepaalde regels uit de vaste rechtspraak wettelijk vastgelegd. Zo is het proeftijdbeding nietig als het beding is opgenomen in een opvolgende arbeidsovereenkomst bij dezelfde werkgever, tenzij die nieuwe overeenkomst duidelijk andere vaardigheden of verantwoordelijkheden van de werknemer eist dan de vorige arbeidsovereenkomst. Ook is het proeftijdbeding nietig als het is opgenomen in een opvolgende arbeidsovereenkomst bij een andere werkgever die ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moet worden de opvolger van de vorige werkgever te zijn.

Overgangsrecht
Het is de bedoeling dat het nieuwe artikel 7:652 BW met ingang van 1 januari 2015 in werking treedt. De voordien overeengekomen proeftijdbedingen zullen niettemin onder het huidige artikel 7:652 BW blijven vallen. Het nieuwe recht zal van toepassing zijn op de arbeidsovereenkomsten met een proeftijdbeding die op of na 1 januari 2015 aanvangen.

Advies
Indien de nieuwe regels betreffende het proeftijdbeding in werking treden, dan is het zaak om in de gaten te houden dat de arbeidsovereenkomsten voor de duur van zes maanden of korter die op of na 1 januari 2015 aanvangen géén proeftijdbeding bevatten. Eventuele gehanteerde modelovereenkomsten dienen op dit punt aangepast te worden.

Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr J.M.J. (Jos) Pennings of Mr D. (Dennis) Spek