Wetsvoorstel implementatie UBO-register

14 april 2017

Op 31 maart 2017 is het wetsvoorstel voor de implementatie van het UBO-register gepubliceerd. In dit register zullen de gegevens van de uiteindelijke belanghebbenden (‘ultimate beneficial owners’ of UBO’s) van Nederlandse ondernemingen worden opgenomen. Met dit voorstel wordt uitvoering gegeven aan de verplichting voortvloeiend uit de Europese richtlijn ter voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of financiering van terrorisme.

Eerder publiceerden wij op deze website een bericht over het voornemen van de Minister van Financiën, de Minster van Veiligheid en Justitie en de Minister van Economische Zaken tot het instellen van een UBO-register dat voor iedereen toegankelijk is. Dit voornemen is inmiddels omgezet in een concept wetsvoorstel waarbij de Europese richtlijn in de Nederlandse wet- en regelgeving zal worden geïmplementeerd.

Waarom?
Het instellen van het UBO-register is een verplichting uit de ‘vierde anti-witwasrichtlijn’ (Richtlijn 2015/849) voor iedere lidstaat van de Europese Unie. Het register is bedoeld om een waardevolle bijdrage te leveren aan het bereiken van meer transparantie over UBO’s van ondernemingen en rechtspersonen. Dit dient ter bescherming van de integriteit van het financieel stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, alsook daarmee verband houdende basisdelicten, zoals corruptie, fiscale misdrijven en fraude.

Welke entiteiten?
De verplichtingen van het UBO-register zullen komen te rusten op de rechtspersonen en ondernemingen die nu ook al de verplichting hebben om zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel. Dit betreft elke:

  • besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (B.V.)
  • naamloze vennootschap (N.V.)
  • stichting (ook ANBI’s)
  • vereniging (uitgezonderd Vereniging van Eigenaars)
  • rederij
  • maatschap
  • vennootschap onder firma (VOF)
  • commanditaire vennootschap (CV)
  • coöperatie
  • onderlinge waarborgmaatschappij
  • Europees economisch samenwerkingsverband (EESV)
  • Europese naamloze vennootschap (SE)
  • Europese coöperatieve vennootschap (SCE)

Volgens het concept van de Memorie van Toelichting wordt er nog onderzocht of, in aanvulling op deze lijst, het registreren van UBO-informatie ook zou moeten gaan gelden voor fondsen voor gemene rekening. Vooralsnog geldt er voor een fonds voor gemene rekening geen verplichting tot inschrijving bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Van wie?
Op grond van het wetsvoorstel is een UBO de natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een onderneming of rechtspersoon. Bij vennootschappen gaat dit kort gezegd om individuen die – uiteindelijk – 25% of meer van de aandelen of stemrechten hebben, dan wel individuen die de feitelijke zeggenschap hebben. Een onderneming of rechtspersoon kan dus meer dan één UBO hebben, dan wel helemaal geen UBO’s hebben.

Welke gegevens?
De Europese richtlijn bepaalt dat het UBO-register toereikende, accurate en actuele informatie dient te bevatten over de uiteindelijk begunstigede en dienst gehouden economische belang in de betreffende entiteit. Op grond van het wetsvoorstel zullen daarom de volgende gegevens moeten worden opgenomen:

  • naam
  • geboortedatum en -plaats/-land
  • nationaliteit
  • adres
  • aard en omvang van het gehouden economisch belang
  • Burgerservicenummer (BSN) of een buitenlands fiscaal identificatienummer (TIN)
  • afschrift van documentatie op grond waarvan de identiteit van de UBO is geverifieerd
  • afschrift van documentatie waarmee wordt onderbouwd waarom een persoon de status van UBO heeft en waarmee de aard en omvang van dat belang wordt aangetoond

Door wie?
Anders dan eerder voorgesteld door de ministers, bepaalt het wetsvoorstel dat slechts de entiteit zelf verplicht is om de UBO-informatie aan te leveren. Indien hier niet aan wordt voldaan, zal er sprake zijn van een economisch delict. Instellingen en organisaties die op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) verplicht zijn om UBO’s vast te stellen, zoals banken verzekeraars en notarissen, worden niet verplicht om UBO-informatie aan te leveren. Zij mogen het register raadplegen, maar zullen zelf nog nader onderzoek moeten verrichten. Wel zullen de Wwft-verplichte instellingen een melding moeten maken indien er volgens hen gerede twijfel is over de juistheid van de opgegeven UBO-gegevens.

Toegang?
De Europese richtlijn bepaalt dat op zijn minst overheidsorganen en bepaalde instellingen toegang moeten hebben tot de UBO-informatie, maar geeft de lidstaten de vrijheid om deze toegang uit te breiden. Het eerder aangekondigde voornemen om het UBO-register openbaar toegankelijk te maken is nu dan ook neergelegd in het wetsvoorstel, met dien verstande dat slechts bepaalde gegevens openbaar zullen zijn. Dit geldt voor de naam, geboortegegevens, nationaliteit, woonstaat en aard van het economisch belang van de betreffende UBO. De overige informatie is enkel in te zien voor de daartoe bevoegde autoriteiten.

Privacy?
Door het UBO-register voor een ieder openbaar te maken kan de privacy en persoonlijke levenssfeer van UBO’s worden aangetast. Met dit nieuwe register kan immers informatie openbaar worden die dat eerder nog niet was. In het wetsvoorstel is daarom een viertal waarborgen opgenomen die deze privacy en persoonlijke levenssfeer dient te beschermen. Dit zijn:

  1. registratie van degenen die informatie opvragen;
  2. betaling van een vergoeding voor de inzage;
  3. inzage tot beperkte(re) informatie;
  4. op verzoek: afscherming van bepaalde informatie van een UBO bij een risico op fraude, ontvoering, chantage, geweld of intimidatie.

Zoals reeds eerder door ons gesteld kan de vraag worden gesteld in hoeverre het registreren van de afnemers en het vragen van een vergoeding daadwerkelijk de privacy waarborgen.

Slot
Op grond van de richtlijn dient het UBO-register uiterlijk 26 juni 2017 in de wet- en regelgeving van de Europese lidstaten te zijn geïmplementeerd. Vooralsnog ligt het wetsvoorstel ter inzage voor openbare internetconsultatie. Iedere geïnteresseerde kan tot 28 april 2017 een reactie gegeven op het concept wetsvoorstel. Daarnaast zal er op grond van het wetvoorstel nog aanvullende regelgeving moeten komen. De door de richtlijn gestelde deadline zal waarschijnlijk niet worden gehaald, maar het UBO-register zal er zeker komen.

Als u naar aanleiding van dit artikel vragen hebt, kunt u contact opnemen met Mr Drs R.X.J. (Xander) Blokzijl.